Anatomie, cel

Cellen en weefsels
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Gezondheidskunde, AnatomieMiddelbare schoolMBOBeroepsopleidingvmbo tLeerjaar 1Studiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Cellen en weefsels

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Bespreken verwerkingsopdracht vorige week
  • Uitleg over cellen en weefsels
  • Zelfstandig werken (in verschillende groepen) aan opdracht
  • Nabespreken opdracht
  • Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt beschrijven hoe een cel, weefsels en organen zijn opgebouwd.

Je kan benoemen wat de functie van de verschillende celorganen is.

Je herkent de verschillende weefsels, benoemt de functie en weet waar in het lichaam de weefsels voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Opdracht
Jullie krijgen een afbeelding van een menselijk cel, waarvan de  celorganellen en hun functie ontbreken.
Vul de ontbrekende gegevens in.
De opdracht voer je in tweetallen uit.
Je krijgt 5 minuten de tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Weefsel
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie, bijv. 
  • spierweefsel
  • beenweefsel

Slide 6 - Tekstslide

Welke weefsels zie je + functie?

Slide 7 - Tekstslide

Het dierlijk lichaam is opgebouwd uit cellen. Groepjes cellen met dezelfde vorm en functie noemen we Weefsels. 
Hierboven zie je 4 verschillende soorten weefsels maar er zijn er nog veel meer.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Mitose, gewone celdeling

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De mens is opgebouwd uit vele miljarden cellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De celkern is het grootste onderdeel van een cel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern

Slide 14 - Quizvraag

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
A
Organen
B
Orgaanstelsels
C
Weefsels
D
Cellen

Slide 15 - Quizvraag

De juiste volgorde van groot naar klein:
A
orgaan, cel, weefsel
B
weefsel, orgaan, cel
C
cel, weefsel, orgaan
D
orgaan, weefsel, cel

Slide 16 - Quizvraag

Wat heb je geleerd
over cellen en weefsels?

Slide 17 - Woordweb

Lesdoelen
Je kunt de bouw van cellen, weefsels en organen beschrijven.

Je kan benoemen wat de functie van de verschillende celorganen is.

Je herkent de verschillende weefsels, benoemt de functie en weet waar in het lichaam de weefsels voorkomen.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de verwerkingsopdracht af.
Lees uit zorgpad:
Beroepsgerichte basis > Persoonlijke zorg > H 14 het lichaam
theorie 14. De huid (niet 14.4!)

Slide 19 - Tekstslide

Wat ging er goed deze les?
Wat ging er niet zo goed deze les?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide