4.2: Integratie en de politiek

4.2
Integratie en de politiek
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2
Integratie en de politiek

Slide 1 - Tekstslide

planning
- Herhaling 4.1: Hoe kunnen mensen samenleven?  + quiz
- Uitleg 4.2: Hoe gaat dat in Nederland? + quiz
- Maken 4.2
- Bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Segregatie:


Integratie:


Assimilatie:
Helemaal niet aanpassen (gescheiden leven, bijv. China Town)

Een beetje aanpassen 
(van beide kanten, bijv. NL spreken, Turks eten).

Helemaal aanpassen 
(je eigen cultuur gedwongen opgeven; bijv. Oeigoeren in China)

Slide 3 - Tekstslide

6 quizvragen

Slide 4 - Tekstslide

Chantal zegt:
Als je naar Nederland verhuist moet je je ook Nederlands gedragen, je moet je volledig aanpassen
A
integratie
B
segregatie
C
assimilatie

Slide 5 - Quizvraag

Een Turkse jongen zit op een Turkse school, woont in een Turkse wijken heeft alleen maar Turkse vrienden
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie

Slide 6 - Quizvraag

Integratie betekent dat nieuwkomers:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
B
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
C
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
D
geen Nederlands hoeven te leren.

Slide 7 - Quizvraag

Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen.
B
hun eigen cultuur opgeven.
C
hun wetten aan nieuwkomers aanpassen.
D
andere culturen accepteren.

Slide 8 - Quizvraag

assimilatie is
A
een cultuur gedeeltelijk overnemen
B
een nieuwe cultuur helemaal overnemen
C
assimilatie bestaat niet
D
je afscheiden

Slide 9 - Quizvraag

Als mensen alleen met hun eigen groep omgaan (School, woonwijk, supermarkt)
A
integratie
B
segregatie
C
assimilatie

Slide 10 - Quizvraag

Kijkvraag
1. Waarom komen mensen naar Nederland?
2. Wat vinden de politieke partijen van de multiculturele samenleving?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

4.2: Leerdoelen
-Je weet wat de 4 belangrijkste politieke stromingen in Nederland zijn en welke partijen daarbij horen.

-Je kunt vertellen hoe de verschillende politieke stromingen denken over hoe samenleven in een pluriforme samenleving er uit moet zien.

Slide 13 - Tekstslide

Nederland
Integratie is het beste model volgens Nederland.

Dat betekent dat:
Nieuwkomers moeten de taal leren en waarden en normen van Nederland.
Wij moeten openstaan voor nieuwe invloeden.


Slide 14 - Tekstslide

Meningen in de politiek verschillen
Ze zijn te verdelen in deze stromingen:
- Sociaaldemocraten
- Christendemocraten
- Liberalen
- Populisten

Slide 15 - Tekstslide

sociaaldemocraten 
Uitgangspunt: samenleving zonder armoede, waarbij iedereen gelijke kansen heeft.
Wie is actief? De overheid
Wat betekent dit? Nieuwkomers helpen met de taal en het vinden van werk.
Partijen: PvdA-groenlinks                                en de SP                         

Slide 16 - Tekstslide

Liberalen 
Uitgangspunten: Burgers vrij laten. Ze zijn zelf verantwoordelijk.
Wie is actief? Burgers zelf, overheid bemoeit zich er niet mee.
Wat betekent dit? Nieuwkomers moeten zelf zorgen dat ze de taal leren en aan werk komen. Tegelijkertijd moet je afkomst geen invloed hebben op je positie in de samenleving.
Partijen: VVD                               en d'66             

Slide 17 - Tekstslide

Christendemocraten
Uitgangspunt: normen en waarden van de bijbel
Wie is actief? Burgers, als het niet lukt helpt de overheid
Wat betekent dit? Leven volgens de Nederlandse, christelijke waarden en normen. Geen andere feestdagen.
Partijen: CDA, Christen Unie, SGP

Slide 18 - Tekstslide

Populisten
Uitgangspunt: Gaan uit van wat het volk wil. Willen eigenlijk geen pluriforme samenleving.
Wat betekent dit? Vinden de Islam een bedreiging voor de Nederlandse cultuur. Geen nieuwe moskeeën en islamitische scholen.
Nieuwkomers moeten zich aan Nederland aanpassen, niet andersom.
Partijen: PVV, BBB en FvD

Slide 19 - Tekstslide

Tweedeling in Europa
Protectionisten: 
Angst voor verlies eigen dominante cultuur. 
Willen immigratie stoppen, geen vluchtelingen opnemen. 
Beschermen eigen land. Willen eigenlijk niet in EU.

Internationalisten: 
Immigratie hoort bij deze wereld en is niet te stoppen. 
Het is belangrijk om als Europese landen samen te werken 
om een rol in de wereld te kunnen spelen.
Merkel: 2:10

Slide 20 - Tekstslide

oefenquiz (4 vragen)

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het standpunt van PvdA-GroenLinks?
A
Er moeten strenge regels komen voor immigranten.
B
We moeten immigranten helpen te integreren.

Slide 22 - Quizvraag

Hoe denkt de PVV over integratie?
A
Eigen verantwoordelijkheid
B
Grenzen dicht; Nederland voor de Nederlanders.

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke stroming past deze uitspraak?

'er moeten strenge regels komen over immigratie en nieuwkomers moeten zelf onderwijs en werk regelen'
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen-democraten

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een protectionistische uitspraak?
A
We moeten samenwerken in de wereld.
B
We moeten ons land beschermen.

Slide 25 - Quizvraag

Maken:
Blz 43: Lezen bron 9 maken opdracht 5/6/7/8
blz 47 opdracht 16
samenvatting onderste deel vanaf de VVD..
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

4.2: Leerdoelen
-Je weet wat de 4 belangrijkste politieke stromingen in Nederland zijn en welke partijen daarbij horen.

-Je kunt vertellen hoe de verschillende politieke stromingen denken over hoe samenleven in een pluriforme samenleving er uit moet zien.

Slide 27 - Tekstslide

Herhaling H3 en H4
Quiz

Slide 28 - Tekstslide

Emigratie betekent
A
Verhuizen naar een ander land
B
Verhuizen naar Nederland
C
Verhuizen
D
Verhuizen op lange afstand

Slide 29 - Quizvraag

Iedereen die in Nederland asiel aanvraagt mag blijven:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Als je geen verblijfsvergunning krijgt, dan ben je:
A
Asielzoeker
B
Immigrant
C
Arbeidsmigrant
D
Illegaal

Slide 31 - Quizvraag

Welke groep kwam niet als arbeidsmigrant naar Nederland
A
Mensen uit Indonesië
B
Mensen uit Polen
C
Mensen uit Turkije
D
Mensen uit Italië

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord is weggestreept?
A
Gezinsvorming
B
Vluchten
C
Werken
D
Gezinshereniging

Slide 33 - Quizvraag

Jan trouwt met zijn Duitse vakantieliefde Birgit. Zij komt bij hem in Sittard wonen.
A
gezinshereniging
B
gezinsvorming

Slide 34 - Quizvraag

Molukkers kwamen naar Nederland vanaf:
A
1949
B
1975
C
1960
D
1954

Slide 35 - Quizvraag

Waarom werden in de jaren 60 de arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko gastarbeiders genoemd?
A
Omdat ze hier tijdelijk zouden komen wonen en werken.
B
Omdat ze hier niet wilden blijven.
C
Omdat ze hier geen slaapplaats hadden.

Slide 36 - Quizvraag

Wat zijn expats?
A
Mensen die Nederland verlaten
B
Mensen met een hoge opleiding die in NL werken.
C
Politieke vluchtelingen
D
Mensen uit de vroegere kolonies van NL.

Slide 37 - Quizvraag

Bang voor het verlies van eigen cultuur
A
Internationalist
B
Protectionist

Slide 38 - Quizvraag

Deze stroming heeft gelijkwaardigheid als uitgangspunt en wil een actieve overheid.
A
Liberale stroming
B
Christen Democratische stroming
C
Populistische stroming
D
Sociaal Democratische Stroming.

Slide 39 - Quizvraag