P4L10 - Spelling 4.8 - Dinsdag - 1VMB


Welkom 1VMB


: )


Dinsdag

Planning van dit uur
  • Kaart schrijven aan iemand in de gevangenis
    (15 minuten)
  • Uitleg spelling
  • Zelfstandig werken




Aan het einde van deze les 
  • weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
pak je laptop alvast :) 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Welkom 1VMB


: )


Dinsdag

Planning van dit uur
  • Kaart schrijven aan iemand in de gevangenis
    (15 minuten)
  • Uitleg spelling
  • Zelfstandig werken




Aan het einde van deze les 
  • weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
pak je laptop alvast :) 

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf je nog wel eens een kaartje naar iemand?
JA
NEE

Slide 2 - Poll

Waar moet je op
letten bij het schrijven van
een kaart?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een kaartje schrijven voor iemand in de gevangenis.
Je ontvangt van de docent een lege kaart (envelop regelt de administratie) 
Er zijn drie soorten:

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aanhef
Je ontvangt een lege kaart.
Je begint met schrijven op de lege achterkant van de kaart. 

Je kaartje begint met een aanhef. Je kunt kiezen uit:
Formeel: Geachte heer, mevrouw,
Informeel: Beste meneer,mevrouw,






Slide 8 - Tekstslide

Boodschap
Je bedenkt van tevoren wat je wilt schrijven. Het is handig om dit eerst op een kladblaadje te schrijven. 

Hier kun je aan denken:
- gevangene laten weten dat je aan hem/haar denkt
- vertellen dat je deze opdracht op school maakt.
- gevangene laten weten dat je voor hem/haar bidt.
- een mooi tekst of spreuk opzoeken en opschrijven.
- enz. enz.





timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Groet
Je sluit je kaartje af met een groet. Hier kun je uit kiezen:
Met vriendelijke groeten,
Groet!
Hartelijke groeten,
Groeten,

Na de groet volgt doorgaans je naam. Let op! Vanwege de regels van de gevangenis mag je je naam niet noemen! De naam van de school mag wel genoemd worden dus bijvoorbeeld: groeten, een leerling van Calvijn.

Slide 10 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands!

Slide 11 - Tekstslide

Ik heb weleens van het Kofschip gehoord.
Eens
Oneens

Slide 12 - Poll

Ik snap wat je met het Kofschip kan doen.
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Werkwoorden
1. Sterk
- hebben hun eigen vorm in de verleden tijd 
- klinker verandert in de verleden tijd
- voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 



-> Spel ze zoals je ze hoort!

2. Zwak of regelmatig
- worden altijd hetzelfde vervoegd als andere werkwoorden 
- eindigen op -de en -te in de verleden tijd







3. onregelmatig



dragen - droeg
spelen - speelde
zijn - was

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden / verleden tijd
 Hoe spel je ze?



  1. Schrijf op wat de stam is van het werkwoord

  2. Kijk  met welke letter de stam eindigt

  3. Is de laatste letter een medeklinker uit 't Kofschip X
    Dan schrijf je het werkwoord met -te

    Is de laatste letter geen medeklinker uit 't Kofschip X?
    Dan schrijf je het werkwoord met -de

  4. Schrijf het werkwoord in de verleden tijd

Slide 16 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden / verleden tijd

Ik leef erop los.





  1. Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev


T K F S CH P X

Slide 17 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden / verleden tijd

Ik leef erop los.





  1. Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
  2. Laatste letter van de stam: v


T K F S CH P X

Slide 18 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden / verleden tijd

Ik leef erop los.





  1. Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
  2. Laatste letter van de stam: v
  3. Géén medeklinker uit het kofschip, dus: +de 


T K F S CH P X

Slide 19 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden / verleden tijd

Ik leefde erop los.





  1. Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
  2. Laatste letter van de stam: v
  3. Géén medeklinker uit het kofschip, dus: +de 
  4. Ik leefde erop los


T K F S CH P X

Slide 20 - Tekstslide

Stap 1. Schrijf op wat de stam is van het werkwoord.


Wij [relaxen] de hele dag door.

Slide 21 - Open vraag

Stap 2. Met welke letter eindigt de stam?

Wij [relaxen] de hele dag door.

Slide 22 - Open vraag

Stap 3. Zit die letter in T K F S CH P X?

Wij [relaxen] de hele dag door.

Slide 23 - Open vraag

Stap 4. Schrijf het werkwoord in de verleden tijd.

Wij [relaxen] de hele dag door.

Slide 24 - Open vraag

                   Individueel werken
timer
20:00
Wat
- Lees 'Werkwoorden in de verleden tijd 2' (bladzijde 75 van je B-boek)
- Maak opdracht 1 en 3 t/m 6 van 4.8 Spelling
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs 
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze lesstof komt terug op de SO Spelling en deze opdrachten zijn huiswerk 
Klaar
Lees in je leesboek 
of werk aan je boekvideo (lees de opdracht door, begin aan je tekstplan) 

Slide 25 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • weet hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;

Huiswerk
  • Lees 'Werkwoorden in de verleden tijd 2' (bladzijde 75 van je B-boek)
  • Maak opdracht 1 t/m 6 van 4.8 Spelling

    Slide 26 - Tekstslide