Hoofdstuk 25 Accrual accounting en matching principe
25.1 Kosten en Uitgaven
25.2 Opbrengsten en Ontvangsten
25.3 Het matchingprincipe
25.4 Alle varianten op een rij
Slide 2 - Tekstslide
Agenda les
Leerdoelen par 25.3
Uitleg par 25.3
Opgave maken en klassikaal bespreken
Zelf aan de slag
Huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen Par 25.3
Je kunt kosten verwerken op de winst en verliesrekening op basis van een direct verband van deze kosten met de opbrengsten.
Slide 4 - Tekstslide
Matchingprincipe
Er is sprake van een juiste matching als we de kosten in de winst-en-verliesrekening verwerken op basis van een direct verband tussen deze kosten en de daarmee samenhangende opbrengst.
Voorbeeld:
Een vrachtwagen rijdt elke maand 2.000 km. De kosten zijn dan maandelijks gelijk.
Inkopen en verkopen (zie volgende 2 dia's)
Aanschaffen vaste activa en afschrijvingskosten (zie vb 25.6 blz 85)
Slide 5 - Tekstslide
Uitleg matchingprincipe inkoopwaarde en omzet
Geef de balans- en W&V mutaties indien van toepassing:
Gekocht op 1 september op rekening goederen met inkoopwaarde € 10.000,-
Voorraad + € 10.000
Crediteuren + € 10.000
Balansmutaties
V&W mutaties
nvt
nvt
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg matchingprincipe inkoopwaarde en omzet
Geef de balans- en W&V mutaties indien van toepassing:
Verkoop op 10 september op rekening ten bedrage van € 20.000, goederen hebben een inkoopwaarde van
€ 10.000,-
Voorraad - € 10.000
Eigen vermogen + € 10.000
Debiteuren + € 20.000
Balansmutaties
V&W mutaties
Inkoopwaarde omzet € 10.000
Omzet € 20.000
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak eerst t/m opgave 25.9 af
Lees paragraaf 25.3 (bekijk voorbeeld 25.5 en 25.6)
Maak opgave 25.10
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
Lees paragraaf 25.3 (bekijk voorbeeld 25.5 en 25.6)