medisch rekenen fieldlab

Rekenen 2021
Oplossingen
Grootheden en eenheden
Zuurstof
inloopsnelheid

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen 2021
Oplossingen
Grootheden en eenheden
Zuurstof
inloopsnelheid

Slide 1 - Tekstslide

oplossingen
Diazepam 2mg/ml.
Wat staat hier?
Amoxicilline  2 mg
Oplossen in 4 ml aqua.
Wat doe je hier?


Slide 2 - Tekstslide

vervolg oplossingen
Op het etiket kan ook het volgende staan:
Morfine 1%
Wat betekent dit?


Slide 3 - Tekstslide

Let op
LEER UIT JE HOOFD
1%=10mg stof per ml.
Bij Insuline:
100IE in 1 ml


Slide 4 - Tekstslide

Meneer X krijgt een diazepam injectie. Je moet hem 4 mg diazepam geven. Je hebt een ampul waarop staat:
Diazepam: 2mg/ml. Hoeveel ml geef je meneer X?

Slide 5 - Open vraag

uitleg
Diazepam: 2mg/ml. je moet 4 mg geven. Hoeveel ml geef je meneer X?
Ik heb: 2 mg per 1 ml in voorraad, Ik moet geven 4 mg
Formule:
De hoeveelheid mg medicatie die je moet toedienen =  Aantal medicatie per 1 ml die je in voorraad hebt

Dus 4:2=2 ml geven



Slide 6 - Tekstslide

Dus kort gezegd:

Te geven delen door in voorraad.
Dus 4:2=2 ml geven



Slide 7 - Tekstslide

Je gaat nu 10 mg diazepam geven. Op de ampul staat 10mg/2ml. Hoeveel ml geeft je meneer X?

Slide 8 - Open vraag

uitleg
Dus 10 mg per 2 ml = 5 mg per 1 ml
Te geven: 10 mg
In voorraad: 5 mg per 1 ml
10:5 x 1= 2 ml geven

Slide 9 - Tekstslide

maak een voetenbad van 200 ml water met soda 5% oplossing. Hoeveel gram soda is nodig?

Slide 10 - Open vraag

uitleg
1%=10 mg per 1 ml. 5%=50 mg per 1 ml
Ik moet 200 ml hebben van 5% dus: 1 ml x 200 = 200 ml en dan ook 50 vermenigvuldigen met 200 om de juiste concentratie te houden, dus
50 x 200 = 10.000 mg = 10 gram soda voor 200 ml water.

Slide 11 - Tekstslide

Je moet 10 mg Morfine s.c geven. De concentratie morfine is 2%. Hoeveel ml moet je toedienen?

Slide 12 - Open vraag

uitleg
Te geven: 10 mg. In voorraad: morfine 2% = 20 mg per 1 ml
Formule is te geven: in voorraad
      dus 10 : 20 = 0,5 ml

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide