Servicemanagement 1e jaar les 3

Vorige les
Waar hebben we het over gehad ?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vorige les
Waar hebben we het over gehad ?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Shared-servicemanagement?

Slide 2 - Woordweb

Shared-servicemanagement
Meerdere afdelingen worden ondersteund in één tool, zowel de IT-afdeling als de Facilitaire afdeling en Human Resources; één loket voor al deze vragen en benodigdheden van verschillende afdelingen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is SPOC
A
Die man van Star Trek
B
De man van Star Wars
C
Single Point of Contact
D
Small private online course

Slide 4 - Quizvraag

SPOC
Single Point Of Contact

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de hoofdprocessen van ITIL ?

Slide 6 - Woordweb

ITIL

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekend de afkorting SMART ?

Slide 8 - Woordweb

SMART
  • Specifiek - Is de doelstelling eenduidig?
  • Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt?
  • Acceptabel - Zijn deze doelen acceptabel voor de doelgroep en/of het management?
  • Realistisch - Is het doel haalbaar?
  • Tijdsgebonden - Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat incidentbeheer is.

Slide 10 - Tekstslide

Incidentbeheer:

Het zo snel mogelijk herstellen van de dienstverlening door het minimaliseren van de gevolgen van de verstoring, zodat de eindgebruiker hiervan zo min mogelijk last heeft

Slide 11 - Tekstslide

7 Activiteiten bij incidentbeheer
  1. Identificeren en registreren
  2. Categoriseren en prioriteren
  3. Diagnosticeren
  4. Escaleren
  5. Onderzoek en diagnose
  6. Oplossen en herstellen
  7. Afsluiten

Slide 12 - Tekstslide

1. Identificeren en registreren
  • Doelstelling van het proces incidentbeheer is: het zo snel mogelijk herstellen van de dienstverlening door het minimaliseren van de gevolgen van de verstoring, zodat de eindgebruiker hiervan zo min mogelijk last heeft.
  • Nieuwe incidenten worden altijd geregistreerd. Er zijn verschillende manieren om een nieuwe Incidentkaart aan te maken in TOPdesk.


Slide 13 - Tekstslide

2. Categoriseren en prioriteren
Incidenten worden bij de registratie gecategoriseerd en geprioriteerd. Bovendien wordt er een behandelaar toegewezen. Op basis van de categorisatie kunnen incidenten automatisch op naam van een bepaalde behandelaar worden gezet.

Slide 14 - Tekstslide

3. Diagnosticeren
Vaak zijn incidenten niet uniek; ze komen vaker voor. Als een persoon een bepaalde storing aanmeldt is de kans groot dat er al eerder een oplossing voor werd gevonden. Om dubbel of onnodig werk te voorkomen is het nuttig na te gaan of er al een oplossing beschikbaar is in TOPdesk,

Slide 15 - Tekstslide

4. Escaleren
  • Escaleren is het doorzetten van een eerstelijns incident naar de tweede lijn. Dit gebeurt in de volgende situaties:
  • Er is geen bekende oplossing aanwezig én de complexiteit van het incident is te groot of de doorlooptijd van het incident is te lang.

Slide 16 - Tekstslide

5. Onderzoek en diagnose
Incidenten waarvoor geen bekende oplossingen aanwezig zijn, worden geëscaleerd als het te lang duurt om het probleem op te lossen of als er specialistische kennis benodigd is. In de andere gevallen zal er op de servicedesk nader onderzoek worden gedaan naar de oorzaak van het incident en naar de oplossing. In het incident kunnen bevindingen in het actieveld worden aangevuld. Wanneer deze onderzoeksactiviteiten niet tot een oplossing leiden, wordt er alsnog geëscaleerd.

Slide 17 - Tekstslide

7. Afsluiten
Als de oplossing is gevonden kan het incident worden afgesloten. Een incident kan in TOPdesk worden gereedgemeld of afgemeld. Gereedmelden betekent dat de behandelaar geen actie meer hoeft uit te voeren, maar dat het incident nog niet helemaal afgemeld kan worden, Meestal wordt er nog een paar dagen gewacht op een mogelijke reactie van de aanmelder, bijvoorbeeld dat het incident nog niet naar tevredenheid is opgelost. Als er geen reactie meer komt of als de aanmelder akkoord geeft, wordt het incident afgemeld.

Slide 18 - Tekstslide

6. Oplossen en herstellen
Met een bekende oplossing kan een incident vaak snel worden opgelost en afgerond. Het is ook mogelijk dat er een nieuwe oplossing wordt gevonden voor een incident. In sommige gevallen is een definitieve oplossing niet direct beschikbaar. Eventueel kan een persoon wel worden geholpen met een tijdelijke oplossing:

* een workaround, Dit is een alternatieve manier om tot het doel te komen, waarbij om het niet-werkende deel heen wordt gewerkt. Vandaar de naam. Meestal is een workaround minder efficiënt. Denk bijvoorbeeld aan een kapotte printer. De workaround kan zijn dat de gebruiker tijdelijk op een andere printer kan printen. die printer staat echter wel op een andere verdieping, Het doel wordt bereikt: de gebruiker kan printen, maar het is minder efficiënt.

Slide 19 - Tekstslide

Vragen ?

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn de 7 stappen bij incidentbeheer ?

Slide 21 - Woordweb

7 Activiteiten bij incidentbeheer
  1. Identificeren en registreren
  2. Categoriseren en prioriteren
  3. Diagnosticeren
  4. Escaleren
  5. Onderzoek en diagnose
  6. Oplossen en herstellen
  7. Afsluiten

Slide 22 - Tekstslide

Vragen ?
The END !

Slide 23 - Tekstslide