Les 4, methodische werkbegeleiding, de introductiefase

Workshop 1 t/m 4 samengevat
  • Eigen ervaringen met werkbegeleiders besproken
  • Gebrainstormd over wat jij een goede werkbegeleider vindt
  •  De 3 rollen van de werkbegeleider (opleider, begeleider en beoordelaar)
  • De leerstijlen van de student besproken
  • De 4 typen werkbegeleider (de helper, de docent, de collega en de kritische collega)
  • De opdracht uitgewerkt waarmee je een analyse over jouzelf in de rol van werkbegeleider hebt gemaakt, je bewust bent van jouw leerstijl, jouw begeleidingsstijl, het type werkbegeleiding wat jou het best past.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Workshop 1 t/m 4 samengevat
  • Eigen ervaringen met werkbegeleiders besproken
  • Gebrainstormd over wat jij een goede werkbegeleider vindt
  •  De 3 rollen van de werkbegeleider (opleider, begeleider en beoordelaar)
  • De leerstijlen van de student besproken
  • De 4 typen werkbegeleider (de helper, de docent, de collega en de kritische collega)
  • De opdracht uitgewerkt waarmee je een analyse over jouzelf in de rol van werkbegeleider hebt gemaakt, je bewust bent van jouw leerstijl, jouw begeleidingsstijl, het type werkbegeleiding wat jou het best past.

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze workshop

  • Methodische werkbegeleiding: de introductiefase
  • Rol van de werkbegeleider bij de introductie
  • Criteria CGI, de eerste twee. Bespreken met duomaatje

Slide 2 - Tekstslide

Methodische werkbegeleiding
  1. Introductie
  2. Uitvoering
  3. Evaluatie 

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag tijdens de introductiefase
Stel je voor dat je een eerste gesprek met jouw student hebt vandaag. 

Noteer: 

Wat ga jij allemaal inventariseren?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Uitgangspunt = zelfsturing
Wat: welke competenties bezit ik al? Welke ontwikkel ik?
Waarom: het nut
Hoe: POP
Wanneer: planning (PAP)

Zelfsturing vraagt om aansluiten van de WB. Aansluiten bij wat de student al weet (= kennis) en kan (= vaardigheid)


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leerbehoeften inventariseren
Leerdoelen formuleren (SMART)

Een hulpmiddel kan zijn: PES-DIE. Waar staat dat voor?

Slide 8 - Tekstslide

PESDIE

PROBLEEM: Wat is het probleem? Waar loop je in vast, of wat lukt er (nog) niet?
ETIOLOGIE: Wat is de oorzaak? Hoe komt het?
SYMPTOMEN: Wat zie je, merk je, voel je door het probleem? Beschrijf het gedrag/gevoel.
DOEL: Wat wil je bereiken? Beschrijf dat kort, bondig en SMART geformuleerd
INTERVENTIES: Hoe ga je dit bereiken? Wat ga je doen? Wat zet je in? Wie heb je daarbij nodig?
EVALUATIE: Wat zijn de effecten? Wat zie je als de doelen zijn behaald? Wanneer evalueer je?
   

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe help jij in het ontwikkelen van competenties?
Belangrijkste rollen zijn:
 
Begeleider: staat naast student, sluit aan op mogelijkheden en geeft feedback
Opleider: geeft instructie t.a.v. uitvoeren handelingen, faciliteert de student
Expert: student kan bij je terecht met vragen over beroepsinhoud
Beoordelaar: m.b.t. beheersen van competentie

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen van de student
  • Gaan over wat de student wil bereiken en waarvoor de student zich wil inspannen. Beschreven in actieve bewoording.
  • Bevatten geen vage begrippen (enige, beetje)
  • Beschrijven gedrag dat toetsbaar is (noemen, beschrijven)
  • Korte doelen, voorwaarden en hulpmiddelen
  • Geen 3 doelen in 1
  • zijn SMART geformuleerd
  • Ingedeeld op basis van kennis en vaardigheden, werk gerelateerd en/of persoonlijk gerelateerd




Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Doordat ik mijzelf niet voel en zie als een leerling, schiet het er vaak bij in mijn collega's in te lichten met welke BPV opdrachten ik bezig ben. Hier wil ik een leerdoel van maken zodat ik mijzelf meer als een leerling kan voelen bij het draaien van een dienst in combinatie met het uitvoeren van BPV opdrachten.
= SMART: Binnen twee weken heb ik mijn collega's op de hoogte gesteld met welke BPV opdrachten ik bezig ben en ga uitvoeren die dag door voorafgaand aan mijn dienst mijn collega's hierover in te lichten.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 2
De meeste collega's zijn niet op de hoogte van mijn leerdoelen. Hierdoor is het lastig een duidelijk feedback-verslag met hun in te vullen na een dienst. Hier wil ik graag een leerdoel van maken, zodat ze op de hoogte zijn aan welke leerdoelen ik de aankomende periode ga werken.
= SMART: Binnen een week breng ik mijn collega's op de hoogte van mijn leerdoelen waar ik de komende drie weken aan ga werken door dit voorafgaand aan de dienst aan hen te benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Leerklimaat
Leerklimaat zegt iets over cultuur en voorzieningen die leren in de praktijk mogelijk maken.
Een goed leerklimaat nodigt uit tot sneller en beter leren:
Sfeer op het werk wordt gemaakt door de mensen die er werken.
De ruimte waarin je werkt is belangrijk (open, gezellig, schoon)
De materialen waarmee gewerkt wordt (protocollen en richtlijnen)
Wat zijn de huisregels en omgangsvormen.
En..neem alle vaardigheden waarvan jij je inmiddels bewust bent mee!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak een duo
  •  Ga met elkaar in gesprek over hoe je inhoud hebt gegeven of denkt te gaan geven aan de beoordelingscriteria

Slide 17 - Tekstslide