1.3 Cellen van planten en dieren

Cellen van planten en dieren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Cellen van planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle organismen herken je aan levenskenmerken. 
Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.
Voortplanten
Waarnemen
Uitscheiden
Voeden
Ademen
Groeien

Slide 2 - Sleepvraag

Welk levenskenmerken missen we nog?
Ontwikkeling
Maar deze kan ook samen genoemd worden met het kenmerk 'groei'. 

Organisatieniveau's: sleep de namen naar de goede plaats. 
Organisme
Weefsel
Cel
Organen
Orgaanstelsel

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1.3.1. Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van cellen
Celmembraan: dun vlies om de cel 
Cytoplasma: stroperige vloeistof van water met veel opgeloste stoffen. 
Celkern: regelt alles wat er in de cel gebeurt. 

Vacuole: blaasje gevuld met vocht en opgeloste stoffen
Celwand: De celwand is een tussenstof en behoort niet tot de cel; celwanden zorgen voor stevigheid. 
Intercellulaire ruimte: tussen de celwanden van cellen die naast elkaar liggen komen kleine holten voor. Ze zijn gevuld met water of lucht. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organellen komen voor bij een dierlijke cel?
A
Celwand, celkern en celmembraan
B
Celmembraan, celkern en cytoplasma
C
Chloroplast, celwand en celmembraan
D
Vacuole, chloroplast en celmembraan

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deel 4?
A
Vacuole
B
Cytoplasma
C
Celkern
D
Celmembraan

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nummer 6?
A
celkern
B
celmembraan
C
celwand
D
vacuole

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel zie je? 
plantaardige
dierlijke

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep functie naar het juiste organel
Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Vacuole
Mitochondrium
Stroperige vloeistof waarin celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Zorgt voor energie

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies