Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Cursus 1 Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook
1 / 14
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook
Slide 1 - Quizvraag
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Iedereen weet wat de persoonsvorm is.
A
Iedereen
B
Weet
C
Persoonsvorm
D
Is
Slide 3 - Quizvraag
Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Wanneer heb ik vakantie ?
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen
Slide 4 - Quizvraag
Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken?
B
Wie of wat + gezegde?’
C
Wie of wat + onderwerp + gezegde?’
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in deze zin?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
het onderwerp
B
een zin
C
Ik
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Ik leer het onderwerp te vinden.
A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 8 - Quizvraag
Onderwerp zin
Annie en Piet gaan schaatsen.
A
gaan
B
Annie en Piet
C
gaan schaatsen
D
en
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 10 - Quizvraag
Welke zinsontleding is goed?
A
Wij /gaan/ niet / naar school fietsen.
B
Wij /gaan/ niet / naar school/ fietsen.
C
Wij /gaan/ niet naar school fietsen.
D
Wij /gaan niet / naar school fietsen.
Slide 11 - Quizvraag
Werkwoordelijk gezegde?
Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
leei grammatica 1v Ontleden pv wg ow
Oktober 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica - zinsdelen - H1 - LJ2
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4
v3 redekundig ontleden basistoets vooraf
November 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Grammatica - zinsdelen
September 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4
Grammatica - zinsdelen
September 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4
Grammatica - zinsdelen
September 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-4
Nederlands H5 Taalverzorging Bijwoordelijke bepaling
April 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica tot en met lijdend voorwerp
Februari 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1