3H: 7.2 Inkomsten en uitgaven van de overheid

Welkom
De overheid
7.1 De rol van de overheid
7.2 Inkomsten en uitgaven van de overheid
7.3 Tekort of overschot?


T
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
De overheid
7.1 De rol van de overheid
7.2 Inkomsten en uitgaven van de overheid
7.3 Tekort of overschot?


T

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik:
  • Wat de rijksbegroting en miljoenennota zijn
  • Wat de belangrijkste inkomsten van de overheid zijn
  • Wat de belangrijkste uitgaven van de overheid zijn

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel 1
Wat is de rijksbegroting?

Slide 3 - Tekstslide

Rijksbegroting en Miljoenennota
Rijksbegroting= overzicht van alle de verwachten inkomsten en uitgaven 


Miljoenennota= een samenvatting van de rijksbegroting

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel 2
De belangrijkste inkomsten van de overheid

Slide 6 - Tekstslide

Inkomsten voor het Rijk
  • Belastingen
        - direct belastingen
        - indirect belastingen
  • Sociale premie
         - werknemersverzekeringen
         - volksverzekeringen
  • Niet-belasting ontvangsten
         - aardgas baten
         - boetes

Slide 7 - Tekstslide

Direct vs indirect belastingen

Slide 8 - Tekstslide

Soorten belasting
  • Loon- en Inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Dividendbelasting
  • BTW
  • Accijnzen

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel 3
De belangrijkste uitgaven van de overheid

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Sociale zekerheid

Slide 12 - Tekstslide

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel 3
Wat is een begrotingstekort- of overschot

Slide 15 - Tekstslide

Begrotingstekort & -overschot
Begrotingstekort =    uitgaven > inkomsten
 

  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
Begrotingsoverschot =    uitgaven < inkomsten
 

  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

Staatschuld
  • Staatsschuld groeit door lenen
  • Staatsschuld neemt af door aflossen van de schuld

2023 => 5 mrd aan rente


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting
  • wat is de rijksbegroting en miljoenennota
  • hoe komt de overheid aan haar geld
  • wat is een begrotingstekort of overschot

Slide 22 - Tekstslide

De miljoenennota is een:
A
Uitkering
B
Toelichting op de financiële begroting
C
Toelichting op de rijksbegroting
D
Een briefje van 1 miljoen

Slide 23 - Quizvraag

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 24 - Quizvraag

Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 25 - Quizvraag

Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
61,2%
B
30,6%
C
30,5%
D
30,7%

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke sociale verzekering hoort de WW (werkloosheidswet) ?
A
volksverzekering
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekering
D
AOW

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies en sociale voorzieningen worden betaald uit belastingontvangsten
B
Sociale verzekeringen zijn voor alle inwoners en sociale voorzieningen alleen voor mensen in loondienst
C
Sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen uit volksverzekeringen
D
Sociale verzekeringen gaan uit van het solidariteitsbeginsel en sociale voorzieningen niet

Slide 28 - Quizvraag

Waaruit bestaat de sociale verzekeringen?
A
zorgverzekering
B
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
C
Sociale voorzieningen en sociale verzekeringen
D
Verzorgingsstaat

Slide 29 - Quizvraag

Sociale verzekeringen worden betaald met
A
Belastingen
B
Uitkeringen
C
Boetes
D
Premies

Slide 30 - Quizvraag