Spelling 4.8

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek B bladzijde 74
Leg op tafel:
Start met het maken van de instapoefening op blz. 74 (4.8) in je boek. Klaar: lees de theorie en maak aantekeningen
Aantekeningen schrift
leesboek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek B bladzijde 74
Leg op tafel:
Start met het maken van de instapoefening op blz. 74 (4.8) in je boek. Klaar: lees de theorie en maak aantekeningen
Aantekeningen schrift
leesboek

Slide 1 - Tekstslide


Doel: je kunt werkwoorden in de vt schrijven
Je leert zn in het meervoud schrijven.

sterke en zwakke werkwoorden
leven- raden- vinden-zijn

Slide 2 - Tekstslide

D-D-U
Wat weet jij nog van de VT zwakke werkwoorden?

Bespreek het met je duo.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aantekening 4.8 ww VT
stap 1: zoek de stam op ( = hele ww - en)   relaxen
stap 2: maak hiervan de ik-vorm relax (= vaak hetzelfde )
stap 3: laatste letter van de stam> t'x k f s c h p> ja>>> te (n)
stap 4: Is het enkelvoud of meervoud? hij relaxte,   wij relaxten
let op: leven> lev-leef-leefde

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in VT?
Hij (dansen) de tango.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in VT?
De student (reizen) erg graag.

Slide 7 - Open vraag

Hoe schrijf je het werkwoord in de verleden tijd?

Wij (durven) dat wel te doen

Slide 8 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 9 - Open vraag

Opdrachten 4.8 spelling
3-4-5-6
Houd je boek open met de theorie erbij.

je= pers.vnw?
je=bezit.vnw?
Welke tip hoorde hierbij?

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 11 - Open vraag

Aantekening zn in 't MV
zelfstandig nw op -EE

  • krijgen ën
zee-zeeën- idee-ideeën

zelfstandig nw op IE
  • krijgen ën  
klemtoon op laatste lettergreep: melodie> melodieën
  • krijgen -n
klemtoon niet op laatste lettergreep: bacterie> bacteriën

Slide 12 - Tekstslide

Oefen met mervoud
op -en, -ën & -n.

Slide 13 - Tekstslide

Waar ligt de klemtoon bij het
woord genie?
A
Ge
B
nie

Slide 14 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
genie?

Slide 15 - Open vraag

Waar ligt de klemtoon bij het
woord melodie?
A
me
B
lo
C
die

Slide 16 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
melodie?

Slide 17 - Open vraag

Waar ligt de klemtoon van het
woord ceremonie?
A
ce
B
re
C
mo
D
nie

Slide 18 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
ceremonie?

Slide 19 - Open vraag

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'wedstrijd'

Slide 20 - Open vraag

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'poes'

Slide 21 - Open vraag

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'zee'

Slide 22 - Open vraag

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'glas'

Slide 23 - Open vraag

De (genie) hebben goede (idee) om de (probleem) op te lossen.
A
geniën - ideën - probleemen
B
genieën - ideeën - probleemen
C
genieën - ideën - problemen
D
genieën - ideeën - problemen

Slide 24 - Quizvraag

melodieën

Slide 25 - Tekstslide