Burgerschap Thema 2; hoofdstuk 3; na de verkiezingen

Burgerschap


Na de verkiezingen
11-01-2021 & 18-01-2021
Samed Çiftçi
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap


Na de verkiezingen
11-01-2021 & 18-01-2021
Samed Çiftçi

Slide 1 - Tekstslide

Wat vond jij van de burgerschapslessen tot nu toe? leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open vraag

Week 1

Slide 3 - Tekstslide


Er zijn zorgen over een nieuwe variant op het coronavirus. Uit welk land komt deze mutatie?
A
Duitsland
B
Italië
C
Frankrijk
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 4 - Quizvraag


Op welk sociale medium werd het account van president Trump geblokkeerd?
A
TikTok
B
Facebook
C
Instagram
D
Twitter

Slide 5 - Quizvraag


Wie kreeg in Nederland het eerste coronavaccin?
A
Een politicus
B
Een oud persoon
C
Een zorgmedewerker
D
Koning Willem-Alexander

Slide 6 - Quizvraag


Wie vroegen er NIET om voorrang bij het coronavaccin?
A
Politieagenten
B
Leraren
C
IC-medewerkers
D
Vakkenvullers

Slide 7 - Quizvraag


Welke politicus kondigt aan door te gaan, ondanks fouten bij de toeslagaffaire?
A
CDA-leider Wopke Hoekstra
B
VVD-leider Mark Rutte
C
PVV-leider Geert Wilders
D
PvdA-leider Lodewijk Asscher

Slide 8 - Quizvraag


Hoeveel feestgangers waren bij een illegale rave in Frankrijk?
A
500
B
1500
C
2500
D
3500

Slide 9 - Quizvraag


Op welke datum gaat of ging de Brexit in?
A
1 januari
B
1 februari
C
1 maart
D
1 april

Slide 10 - Quizvraag


Waarom moet een bijstandsmoeder 7000 euro terugbetalen?
A
Zij had stiekem toch een baantje
B
Ze blijkt heel rijk te zijn
C
Zij kreeg weleens boodschappen van haar moeder
D
Ze ging niet verstandig met het geld om

Slide 11 - Quizvraag


Welke plaats werd geplaagd door een reeks autobranden?
A
Veen
B
Veendam
C
Veenendaal
D
Veenhuizen

Slide 12 - Quizvraag


Wat zijn de populairste babynamen van 2020?
A
Sem en Julia
B
Liam en Tess
C
Noah en Emma
D
Daan en Sophie

Slide 13 - Quizvraag


Om welke provincie moet, volgens een boeren, een hek tegen de opmars van de wolf?
A
Overijssel
B
Friesland
C
Gelderland
D
Drenthe

Slide 14 - Quizvraag

Tot wanneer duurt de voorlopige lockdown?
Wat werd in Washington door Trump-fans bestormd?
A
Het Witte huis
B
Het Capitool
C
Het Hooggerechtshof
D
Het Pentagon

Slide 15 - Quizvraag

Waar gaan we het over hebben?
Tot nu toe hebben we het gehad over:
  • Politieke partijen, Stemmen en verkiezingen.
  • Maar wat gebeurt er eigenlijk na de verkiezingen?
  • Daar gaan we het vandaag over hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Wat gebeurt er na de verkiezingen denk je?

Slide 17 - Open vraag

Na de verkiezingen
  • Aan het einde van de 2e Kamer verkiezingen worden de stemmen geteld.
  • Op basis van de stemmen worden de plekken in de 2e Kamer verdeeld.
  • Een plek in de 2e Kamer noem je een zetel.

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel zetels zijn er in de 2e Kamer?
A
75
B
90
C
148
D
150

Slide 19 - Quizvraag

Zetels
  • In totaal zijn er 150 zetels in de 2e kamer.
  • Hoeveel zetels een partij krijgt, hangt af van het aantal stemmen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een voorkeursstem?
A
Een stem op de lijsttrekker
B
Een stem op iemand anders dan de lijsttrekker
C
Een stem op de oppositiepartij
D
Een stem, waarbij de kiezer met opzet een ongeldige stem uitbrengt

Slide 21 - Quizvraag

Vorkeursstemmen
  • Wanneer een partij zetels heeft verdient, komen er kandidaten in de 2e Kamer.
  • Stel dat een partij 10 zetels heeft gekregen. Meestal komen dan de eerste 10 mensen op de kandidatenlijst in de 2e Kamer. 
  • Door een voorkeursstem uit te brengen kan iemand die normaal gesproken niet in de 2e Kamer zou komen, toch worden verkozen.

Slide 22 - Tekstslide

Voorkeursstem
Door een voorkeursstem zou meneer Uphus bijvoorbeeld ook de @e Kamer in kunnen komen.

Slide 23 - Tekstslide

Fractie en zetelverdeling

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een kiesdeler denk je?
A
Alle stemmen gedeeld door de kandidaten.
B
Het aantal stemmen dat je nodig hebt voor 1 zetel.
C
Een persoon die alle zetels verdeelt.

Slide 25 - Quizvraag

Kiesdeler

Slide 26 - Tekstslide

Kabinet
Na de Tweede Kamerverkiezingen wordt ook een
nieuw kabinet gevormd.
Kabinet:
  • ministers en staatssecretarissen
  • dagelijks bestuur van Nederland

Slide 27 - Tekstslide

Kabinet
Kabinet heeft de meerderheid in de 2e Kamer nodig.

Slide 28 - Tekstslide

Kabinet

Slide 29 - Tekstslide

Waarom heeft de coalitie meestal een meerderheid van de 2e Kamerzetels?

Slide 30 - Open vraag

Meerderheid coalitie
Een Coalitie heeft meestal de meerderheid, omdat het kabinet alleen zijn plannen kan uitvoeren als de meerderheid van de 2e Kamerleden voor de plannen stemmen.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat voor rol heeft de oppositie?
A
De oppositie heeft een controlerende rol.
B
De oppositie heeft een bekritiserende rol.
C
De oppositie heeft een controleren en bekritiserende rol
D
De oppositie heeft een controleren en bekritiserende rol en bieden een alternatief voor de plannen van het kabinet.

Slide 33 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?

Slide 34 - Open vraag

Minderheidskabinet
Indien de coalitie niet de meerderheid in de 2e Kamer zijn, is er sprake van een minderheidskabinet.

Slide 35 - Tekstslide

Waarom kiezen partijen er na de verkiezingen soms voor om een minderheidskabinet te vormen?

Slide 36 - Open vraag

Hoe wordt een nieuw kabinet gevormd?
Bekijk het filmpje.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Welke rol heeft de informateur bij de formatie?

Slide 39 - Open vraag

De infroamteur
De informateur onderzoek welke partijen een kabinet kunnen vormen.

Slide 40 - Tekstslide

Waarom is er in Nederland een formatie nodig om tot een nieuw regering te komen?
A
Omdat er in Nederland democratie heerst.
B
Omdat er in Nederland nooit een partij de meerderheid van de stemmen haalt.
C
Omdat er in Nederland altijd een meerderheid van de stemmen nodig is.

Slide 41 - Quizvraag