Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is

Feit/mening/argument

1. Noem een feit 
2. Noem een mening
3. Noem een argument

Schrijf een feit
over de lente.

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
   
3. Noem een argument

Schrijf je mening over de lente.

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument 
   

Geef een argument bij:
"Leerlingen die in de lente last hebben van hooikoorts, mogen thuis blijven van school."

Heb je het begrepen?

Heeft iemand nog een vraag over één van de begrippen?

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

, want iedereen heeft een ander talent.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind de minions een leuke film.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

staat hier een feit, mening of argument

,omdat je eerst je rijbewijs moet halen.

1. Feit
2. Mening
3. Argument