Feiten, meningen en argumenten

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 1 - Tekstslide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit 
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 2 - Tekstslide

schrijf een feit
over Kerstmis

Slide 3 - Woordweb

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 4 - Tekstslide

schrijf je mening over Kerstmis

Slide 5 - Woordweb

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument 

Slide 6 - Tekstslide

Geef een argument bij:
"arme gezinnen moeten met Kerst van de overheid geld krijgen omdat ze anders geen cadeautjes en lekker eten kunnen kopen"

Slide 7 - Woordweb

Heb je het begrepen?

Slide 8 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Op Kerstavond moet iedereen naar de kerk.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind de minions een leuke film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quizvraag

staat hier een feit, mening of argument

omdat je eerst het Sinterklaasfeest moet vieren en dan pas Kerst.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quizvraag