Extra les: Grafische vorm maken met ijsstokjes

Doe!
Thema: Grafische vorm maken met ijsstokjes
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Doe!
Thema: Grafische vorm maken met ijsstokjes
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent aan het begin van de les geregistreerd worden. 

Ben je te laat?
Aan het eind van de les is het JOUW verantwoordelijkheid om bij de docent aan te geven dat je te laat was zodat dit aangepast wordt in SOM2day. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Lesdoelen
  • Wat zijn grafische vormen? 
  • Voorkennis activeren
  • Klein stukje theorie
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Nabespreken
  • Tips en tops
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van deze lessenreeks hebben leerlingen grafische patronen leren maken met eenvoudige materialen zoals ijsstokjes

  2. Aan het eind van deze les hebben leerlingen hun creatief en ruimtelijk denken ontwikkeld door het ontwerpen van een grafische vorm.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een grafisch patroon?

Slide 5 - Woordweb

Grafische vormen
Grafische vormen zijn simpele of ingewikkelde afbeeldingen die we gebruiken om iets te laten zien of om een patroon te maken. Ze kunnen bestaan uit:

Geometrische vormen: Zoals vierkanten, driehoeken en cirkels.
Organische vormen: Vormen die lijken op dingen in de natuur, zoals bladeren of wolken.
Abstracte vormen: Vormen die geen echt object voorstellen, maar die wel interessant kunnen zijn.

Grafische vormen worden vaak gecombineerd om mooie patronen te maken die we in kunst en design zien.

Slide 6 - Tekstslide

Waar zou je een grafisch patroon kunnen gebruiken in je dagelijks leven?

Slide 7 - Woordweb

Combineren van Vormen

Wanneer je verschillende vormen combineert, kun je nieuwe, interessante patronen maken. Bijvoorbeeld:

Herhaling: Door dezelfde vorm meerdere keren te herhalen, kun je een patroon maken. Denk bijvoorbeeld aan een rij van vierkanten of cirkels.

Symmetrie: Dit betekent dat een ontwerp hetzelfde is aan beide kanten, zoals een spiegelbeeld. Symmetrie wordt vaak gebruikt in ontwerpen om een mooi, gebalanceerd effect te creëren.

Contrast: Door vormen van verschillende grootte, kleur of lijn te combineren, kun je een ontwerp interessant maken en zorgen dat bepaalde elementen opvallen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je vormen herhaalt in een ontwerp?
A
Het ontwerp wordt ingewikkelder en moeilijker te begrijpen.
B
Het ontwerp wordt simpel en saai.
C
Het ontwerp krijgt een patroon en wordt herhalend.
D
Het ontwerp verandert in een abstracte vorm.

Slide 9 - Quizvraag

De opdracht: 

  1. Kies een eigen grafische vorm
  2. Trek deze over van je laptop op A4 papier. 
  3. Trek dit vervolgens over met overtrekpapier op bakpapier 
  4. Laat je ontwerp aan de docent zien

Slide 10 - Tekstslide

Werken met houtlijm
Breng een klein beetje lijm aan op de lijn van je grafische figuur.

Blaas een beetje op de lijm zodat het snel opdroogt.

Zet je ijsstokje op de lijm en houd het stevig vast. Druk goed aan voor ongeveer een minuut.

Nu kun je het volgende ijsstokje aanbrengen.

Slide 11 - Tekstslide

Beoordelingscriteria: 
Precisie van het ontwerp
Het ontwerp moet duidelijk zichtbaar zijn en de grafische vormen moeten netjes en gelijkmatig worden aangebracht. Zijn de lijnen recht en passen de ijsstokjes goed bij de vorm?

Gebruik van materialen
De leerling heeft de ijsstokjes op de juiste manier gebruikt, met voldoende lijm en heeft ze stevig aangedrukt om een goede verbinding te maken. Is het ontwerp goed vastgezet zonder dat het loskomt?

Creativiteit en originaliteit
Het ontwerp moet origineel zijn en de leerling moet zijn/haar creativiteit laten zien door een interessante combinatie van vormen te maken. Heeft de leerling een eigen, unieke invulling gegeven aan het patroon?

Slide 12 - Tekstslide

Nabespreken grafische vormen
  1. Wat ging goed in je werkhouding?
  2. Welke onderdelen waren moeilijk voor jou?
  3. Wat heb je geleerd?
  4. Hoe heb je samengewerkt?
  5. Wat zou je willen verbeteren?
  6. Zijn er dingen die je anders zou aanpakken in de toekomst?
  7. Heb je nog vragen of onduidelijkheden?
  8. Zijn er onderwerpen waar je meer over wilt weten?

Slide 13 - Tekstslide

Tips en tops
  1. Wat vond je het beste aan deze les?
  2. Heb je tips voor anderen?
  3. Wat zou je anders willen zien in de les?
  4. Zijn er dingen die je hebt geleerd die je zou willen delen?

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie 
Vul je evaluatieformulier individueel in:
Wat ging goed tijdens de les?
Wat kan beter de volgende les?

Denk aan:
Je houding en motivatie
Het lesgeven van de docent

Slide 15 - Tekstslide