Da BBl periode 1 basis,pijnstillers, reuma, maag/darm

Da BBl periode 1 basis,pijnstillers, reuma, maag/darm
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Da BBl periode 1 basis,pijnstillers, reuma, maag/darm

Slide 1 - Tekstslide

Welke bijwerking komt veel voor bij ibuprofen?
A
maagklachten
B
hoofdpijn
C
jeuk
D
obstipatie

Slide 2 - Quizvraag

Paracetamol werkt;
A
analgetisch en antiflogistisch
B
analgetisch en antipyretisch

Slide 3 - Quizvraag

Diclofenac is een
A
opiaat
B
nsaid
C
ppi
D
cortison

Slide 4 - Quizvraag

Tramadol en codeine zijn zwakwerkende opiaten
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Onder de groep Opiaten vallen;
A
morfine, ibuprofen, voltaren
B
oxycodon, diclofenac, codeine
C
morfine , oxycodon, naproxen
D
morfine, oxycodon, tramadol

Slide 6 - Quizvraag

wat betekent oculair?
A
via het oor
B
via de neus
C
via het oog
D
via de longen

Slide 7 - Quizvraag

een zetpil heeft een ..... toedieningsweg
A
nasaal
B
rectaal
C
parenteraal
D
auriculair

Slide 8 - Quizvraag

een injectie heeft een .... toedieningsweg
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
oraal
D
parenteraal

Slide 9 - Quizvraag

prednisolon is een
A
nsais
B
corticosteroid

Slide 10 - Quizvraag

welk middel wordt bij jicht voor een aanval gebruikt?
A
colchicine
B
allopurinol

Slide 11 - Quizvraag

noem een veel voorkomende bijwerking bij opiaten
A
maagklachten
B
jeuk
C
obstipatie
D
diarree

Slide 12 - Quizvraag

Welk middel heeft als indicatie pijn
A
oxycodon
B
pantozol
C
lactulose
D
loperamide

Slide 13 - Quizvraag

welk middel heeft als indicatie maagklachten
A
morfine
B
lactulose
C
omeprazol
D
allopurinol

Slide 14 - Quizvraag

wat betekent antipyretisch
A
pijnstillend
B
jeukstillend
C
ontstekingsremmend
D
koortsverlagend

Slide 15 - Quizvraag