dinsdag 29 november 2022

Goedemorgen! 
Fijn dat je er bent.

- Lever je mobiel bij binnenkomst in in de rode bak. 
- Pak je Chromebook uit de kast en log vast in op LessonUp en in SOM Today.

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen! 
Fijn dat je er bent.

- Lever je mobiel bij binnenkomst in in de rode bak. 
- Pak je Chromebook uit de kast en log vast in op LessonUp en in SOM Today.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

1e lesuur:

Slide 5 - Tekstslide

leerdoel
3.1.1 Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
3.1.2 Je weet wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Biologen delen organismen in groepen in. Dat doen ze om overzicht te krijgen. Ze kijken naar de kenmerken van organismen.

Slide 6 - Tekstslide

Groepen maken
In afbeelding 1 zie je acht verschillende dieren. Deze dieren kun je in groepen verdelen. Dat kan op verschillende manieren. Je kunt kijken naar de kleur. Alle groene dieren komen dan bij elkaar in één groep. Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

 

De kleur is een kenmerk van het dier. Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken. Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen. In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een kenmerk?

Slide 9 - Open vraag

Vier groepen
Biologen ordenen organismen in groepen. Je moet vier groepen kennen:
• dieren
• planten
• schimmels
• bacteriën
In afbeelding 2 zie je deze vier groepen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Cellen van de vier groepen
Bij de indeling letten biologen op de kenmerken van cellen. Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend. In afbeelding 4 zie je van elke groep een voorbeeld en een tekening van een cel. Bij de cel staan de kenmerken:
• Dieren hebben geen celwand.
• Planten hebben bladgroenkorrels.
• Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celkern en celwand.
• Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Soorten
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort. De kleinste groep heet een soort. Een voorbeeld van een soort zijn honden.

In afbeelding 6 zie je twee honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten. Ze krijgen dan jonge hondjes. Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Dieren van dezelfde soort kunnen zich samen voortplanten en hun jongen kunnen zich ook weer voortplanten. Daarom horen een labrador en een poedel bij dezelfde soort.
In afbeelding 7 staan soorten die zich niet samen kunnen voortplanten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een soort?

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Woordweb

2e lesuur:

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De bijzonderheden van een stof noem je de

Slide 23 - Open vraag

De buitenband van je fiets is gemaakt van rubber. Door welke stof-eigenschap is rubber geschikt materiaal voor een buitenband?

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Pauze
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

3e lesuur:

Slide 28 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Woordweb

4e lesuur:

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 33 - Woordweb

Pauze
timer
20:00

Slide 34 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

5e lesuur:

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 37 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 38 - Woordweb

6e lesuur:

Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 40 - Woordweb

Afsluiting

Slide 41 - Tekstslide