The Future VV

The future 

- The present simple
- The present continuous
- To be + going to + hele ww
- Will/Shall + hele ww


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

The future 

- The present simple
- The present continuous
- To be + going to + hele ww
- Will/Shall + hele ww


Slide 1 - Tekstslide

What will life be like in 50 years?

Slide 2 - Tekstslide

The Present Simple
Wanneer? 
Geplande gebeurtenissen in de nabije toekomst  met een vast tijdschema 
(aankomst-, vertrektijden, openings-, sluitingstijden, begin-, eindtijden) 

Vorm:
Werkwoord  zonder 'to'.  
 ( He/she/it = werkwoord + S/es of ies )

Voorbeeld:
'My bus leaves at 5.05'
'The show starts at nine o'clock'   tonight                             


Slide 3 - Tekstslide

The Present Continuous
Wanneer: 
Wanneer iets in de nabije toekomst zal plaatsvinden . Het gaat dan om dingen die afgesproken zijn (bijvoorbeeld een afspraakje, een concert of een verjaardag, die in je agenda staan). Je hebt er dus al dingen voor geregeld of voorbereid. 

Vorm:
 - am/is/are + werkwoord+ ing 

Voorbeeld:
'Tom is taking Karen out for dinner tonight.'
'We are having a staff meeting  this  friday at 5.30 p.m 


Slide 4 - Tekstslide

To be + going to + hele ww
Gebruik:
Aangeven wat je van plan bent  of iets dat waarschijnlijk  (met bewijs) zal gebeuren. In het Nederlands gebruik je vaak het werkwoord 'gaan'.

Vorm:
-  am/is/ are+ going to + hele werkwoord 

Voorbeeld:
'I am going to study for the next test.'
'Look at the dark clouds, it is going to rain.'


Slide 5 - Tekstslide

1. Will + hele werkwoord
'Will' gebruik je voor deze situaties in de toekomst:

- iemand iets aanbieden                                      I will get you some tea
- iets te beloven/ belofte                                     Donna will call you back 
- iets aan te kondingen                                        Mum will be home at 6 o'clock
- voorspelling zonder bewijs                             I will be rich in ten years. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

fill in the future tense

I ______ my sister in December.
A
will see
B
am going to see
C
shall see
D
is going to see

Slide 8 - Quizvraag

Choose the correct future tense form:
I .... my sister in April. (see)
A
will see
B
am going to see

Slide 9 - Quizvraag

future tense:
According to the news, Tuesday.... (be) a sunny day.

A
will be
B
shall
C
is going to be
D
be

Slide 10 - Quizvraag

Which sentence is written in the future tense?
A
It happened during football
B
Do you like to play tennis?
C
I'm afraid I'll have to cancel our plans.
D
Is he playing computer games again?

Slide 11 - Quizvraag

Choose the correct future tense:

The buses .............. every ten minutes.
A
leave
B
are going to leave
C
will leave
D
leaves

Slide 12 - Quizvraag

Fill in the future tense:

Look at those clouds! it __________ rain
A
is going to
B
will

Slide 13 - Quizvraag

Fill in the correct future tense.
We ... (travel) to France somewhere next year.
A
are going to travel
B
will travel

Slide 14 - Quizvraag

fill in the future tense

The shop _________at six o'clock.
A
will open
B
opens
C
is opening
D
is going to open

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the future tense:
The train ... at 8o'clock
A
will leave
B
leaves
C
is going to leave
D
shall leave

Slide 16 - Quizvraag