In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
3.4 Uitscheiding
-Herhaling 3.2 & 3.3
-Uitleg 3.4
-Kennis- en toepassingsopdracht
-Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
Slide 1 - Tekstslide
Wordt hieronder de route van het bloed door het hart correct beschreven? Onderste/ bovenste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longader - long(haarvaten) - longslagader - linkerboezem - linkerkamer - aorta
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet bloedvat 6?
En hoe heet bloedvat 14?
Welk bloedvat (6 en/ of 14) is zuurstofrijk en waarom?
Slide 3 - Tekstslide
Vitamine C komt via de darm in de bloedsomloop terecht. Teveel vitamine C wordt in de nieren uitgescheiden (je plast het uit). Welke weg legt vitamine C in de bloedsomloop af totdat deze bij de nieren is? Noteer je antwoord in je schrift.
Slide 4 - Open vraag
Nieren
Slide 5 - Woordweb
Lesdoelen
Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 6 - Tekstslide
Uitscheiding
Uitscheiden is 1 van de 7 levenskenmerken (klas 1).
Verschillende organen zijn betrokken bij het uitscheiden van afvalstoffen:
Longen voor CO2 en water.
Nieren voor urine (afbraakstoffen, overtollige stoffen).
Zweetklieren doen ook aan uitscheiding (water en zouten).
Wijs je nieren aan op je eigen lichaam --> torso bekijken
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
De nieren liggen links en rechts in de buikholte, vlak onder het middenrif.
Nierslagaders -> stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren.
Slide 9 - Tekstslide
Het bloed in de nierslagader bevat afvalstoffen van veel organen.
De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed.
Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.
Slide 10 - Tekstslide
Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken.
Nierschors en niermerg verwijderenafvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen.
Al deze stoffen samen heten urine.
Slide 11 - Tekstslide
In de nierbekkens wordt de urine verzameld.
Via de urineleiders gaat de urine naar de blaas.
Slide 12 - Tekstslide
In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen.
Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.