Vwo 5 Sociaal gedrag & Gedrag bij de mens

Gedrag en beweging
Sociaal gedrag
Gedrag bij de mens
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedrag en beweging
Sociaal gedrag
Gedrag bij de mens

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt in een context verschillende functies van sociaal gedrag toelichten.
  • Je kunt in een context de overeenkomsten en verschillen in het gedrag bij dieren en mensen toelichten.

Slide 4 - Tekstslide

Sociaal gedrag (1)
  • Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.
  • Signaal: handeling bij sociaal gedrag die als prikkel werkt voor de volgende handeling van een soortgenoot.
  • Signalen: kleuren, geuren, geluiden, houdingen of gebaren.
  • Hierdoor is communicatie tussen soortgenoten mogelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Sociaal gedrag (2)
Vaststellen van de rangorde binnen een groep.





Slide 6 - Tekstslide

Conflict gedrag
  • Amivalent gedrag = samengesteld uit handelingen van 2 of meer gedragssystemen. Bv. combi van aanvallen en vluchten.
  • Overspronggedrag = conflict tussen 2 gedragssystemen --> vertoont gedrag uit 3e gedragssysteem.
  • Omgericht gedrag = agressie gericht op iets anders dan de soortgenoot.

Slide 7 - Tekstslide

Mens
  • Opvoeding
  • Leervermogen = het vermogen van een dier of mens tot gedragsverandering.
  • Normen = gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden.
  • Waarden = uitgangspunten die mensen gebruken bij de inrichting van hun leven.
  • Cultuur heeft te maken met de manier waarop mensen met de natuur, met elkaar en zichzelf omgaan.

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal gedrag

Slide 9 - Woordweb

Waarvan is gedrag bij mensen afhankelijk

Slide 10 - Woordweb

Nabespreken
  • Je kunt in een context verschillende functies van sociaal gedrag toelichten.
  • Je kunt in een context de overeenkomsten en verschillen in het gedrag bij dieren en mensen toelichten.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 6.6 en 6.7

Slide 12 - Tekstslide