Thema 8.3- gedrag beschrijven - pls1337

Thema 2.1/2.2: zintuigstelsel en ogen
Thema 2.1: Zintuigstelsel


Leerdoelen:
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven
ja kan de werking van de ogen beschrijven


Huiswerk: opdracht 1, 3, 4 en 8


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2.1/2.2: zintuigstelsel en ogen
Thema 2.1: Zintuigstelsel


Leerdoelen:
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven
ja kan de werking van de ogen beschrijven


Huiswerk: opdracht 1, 3, 4 en 8


Slide 1 - Tekstslide

Voor deze les een demonstratie met een kaars doen.

Misschien ook een pinda?

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat gedrag?

Zintuigcellen zijn de receptoren

Gedrag = Waarneembare activiteiten van een dier of mens.
Bewegingen
Geluiden
Slapen
Van kleur veranderen
Geurstoffen
Etc

Prikkels:
Inwendig
uitwendig


Slide 3 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
  2. Je kunt uitleggen hoe gedrag tot stand komt en dat gedrag het resultaat is van de relatie van een organisme met zijn omgeving.
  3. Je kunt beschrijven wat ethologie inhoudt en een eenvoudig gedragsonderzoek uitvoeren.
Begrippen
handeling, motivatie, prikkel, voortplantingsdrang, etogram
Huiswerk


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag beschrijven

Gedragssysteem = handelingen met gemeenschappelijk doel


Gedragsketen = effect ene handeling leid tot volgende handeling

Ethogram = beschrijving van gedrag
uitwendig


Slide 6 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Gedrag beschrijven

Gedragssysteem = handelingen met gemeenschappelijk doel


Gedragsketen = effect ene handeling leid tot volgende handeling

Ethogram = beschrijving van gedrag
uitwendig


Slide 7 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Een Ethogram maken

Slide 8 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
00:00
Hoe ontstaat gedrag?

Zintuigcellen zijn de receptoren

Gedrag = Waarneembare activiteiten van een dier of mens.
Bewegingen
Geluiden
Slapen
Van kleur veranderen
Geurstoffen
Etc

Prikkels:
Inwendig
uitwendig


Slide 9 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren
Communiceren is het gebruik maken van signalen of informatie over te brengen.
Dit kan door:
  • Kleuren
  • Geuren
  • Gebaren
  • (Lichaams-)Houdingen
  • Taal

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Zelfde soort
  • Juiste geslacht
  • Brengt geslachten bij elkaar in vruchtbare periode
  • Verlaagt agressie
  • Maakt keuze mogelijk

Balts

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geritualiseerd gedrag
De handelingen bij de balts worden vaak overdreven, omgevormd en/of versneld uitgevoerd, zodat ze een signaalfunctie krijgen

Bronst = de bereidheid tot paren bij zoogdieren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Territoriumgedrag
  • Door een territorium te vormen wordt een zekere hoeveelheid voedsel of ruimte veiliggesteld
  • Territorium vermindert conflicten tussen soortgenoten
  • Mannetje verdedigt het gebied tegen binnendringende soortgenoten
  • Dreiggedrag op de grens

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dreiggedrag
Dreiggedrag is gedrag bedoeld om indringers te verjagen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imponeergedrag
Imponeergedrag is gedrag waarbij een dier zich indrukwekkend voordoet.

Belangrijk om vechten (en schade) te voorkomen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overspronggedrag
Niet logisch gedrag, dat een dier laat zien als hij twee soorten gedrag tegelijk wil laten zien.

Voorbeeld: een hond weet niet of hij moet vechten of vluchten. 
Daarom gaat hij gapen. 
Gapen is in dit geval overspronggedrag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal overleven
Sociaal gedrag kan de overlevingskans van een individu (en de groep) vergroten, bijv. door:
  • Bescherming predatoren
  • Makkelijker voedsel vinden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rangorde en pikorde
In sociale groepen bestaan rangorden (zoogdieren) en pikorden  (vogels). Het hebben van rangorde zorgt ervoor dat een groep kan overleven. 
De rangorde kan door dominatie of leeftijd bepaalde worden. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rangorde
  • Imponeergedrag: zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maken. Vaak door dominant mannetje
  • Verzoeningsgedrag staat vaak tegenover het dreiggedrag van dominante mannetje: een signaal dat de agressie van dominante mannetje doet afnemen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statenvormende insecten

  • sterke taakverdeling binnen grote populaties van insecten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies