13 feb A3C - Adjectives adverbs

WELCOME
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
  • Welcome 
  • Homework check
  • Planning
  • Grammar: adjectives&adverbs
  • Grammar exercises

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Today's homework: vocabulary U4L3 (everything Dutch-Eng)!

Tuesday 21 Feb: vocabulary U4L5 (same: Du-En)

Thursday 9 March: SO vocabulary  (1x)
Study: 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 4.3, 4.5 (everything Du-En)

Slide 3 - Tekstslide

Homework check
Today's homework: vocabulary U4L3 (everything Dutch-Eng)!

Slide 4 - Tekstslide

Lazy cat Tombili
This lazy cat's name was Tombili. Everyday, Tombili lazily sat on this curb. The people loved this chubby cat and his relaxed attitude. They quickly took photos of him. When he sadly passed away, people put a  beautiful statue of him at this urban location. 

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives = bijv naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 6 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.
                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.
                                                         Hopefully, she will call me back later.


Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Uitzonderingen (zie p. 138/139)


good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long

Slide 10 - Tekstslide

Denk om spelling:


easy - easily
funny - funnily
probable - probably
realistic - realistically
fantastic - fantastically

Slide 11 - Tekstslide

DUS...

Ron is a careful driver (zegt iets over zelfst. naamw. dus geen -ly)

Ron drives carefully (zegt iets over hoe hij iets doet, dus + ly)

Slide 12 - Tekstslide

Practice

1. She sings ............................ (beautiful)
2. I am ............................ (awful) sorry.
3. I think Avatar is a .......................... (wonderful) movie.
4. The boy ran .......................... (incredible) fast.

Slide 13 - Tekstslide

U3L4
Do exercise 7+8 p. 115

Done? Study vocabulary U4L3 or U4L5
We'll discuss the answers after 10 min

Slide 14 - Tekstslide

Homework
Next lesson: study vocabulary U3L5 + 
read Tuck everlasting chapter 1-9 (p.28)

Slide 15 - Tekstslide

Homework check

Go to learnbeat

> voeg vak toe
> CTQ3SK (klascode)

Slide 16 - Tekstslide

Recap: the passive
How to form?


example?

Slide 17 - Tekstslide

Do handout the passive
Done? Study homework (=U3L5)

Slide 18 - Tekstslide

U3L4

Do ex. 7+8+9 on p. 71

Done? Study vocabulary U3L5 (or other homework)

Slide 19 - Tekstslide