17 april A2C - adjectives+adverbs

Today's lesson
  • Welcome
  • Silent reading
  • Homework this week
  • Grammar: adjectives + adverbs
  • U5L5 exercises

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson
  • Welcome
  • Silent reading
  • Homework this week
  • Grammar: adjectives + adverbs
  • U5L5 exercises

Slide 1 - Tekstslide

Homework
Thursday 21-4: study vocabulary U5L5

Thursday 11-5: study vocabulary U6L2

Monday 15-5: study vocabulary U6L3

Slide 2 - Tekstslide

Lazy cat Tombili
This lazy cat's name was Tombili. Everyday, Tombili lazily sat on this curb. The people loved this chubby cat and his relaxed attitude. They quickly took photos of him. When he sadly passed away, people put a  beautiful statue of him at this urban location. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Adjectives = bijv naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.


Slide 5 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.
                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.
                                                         Hopefully, she will call me back later.


Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Let op (zie p. 231)


good - well 
fast - fast
basic - basically
easy- easily
angry - angrily

He plays the piano well
She runs very fast
He shouted angrily

Slide 9 - Tekstslide

DUS...

Ron is a careful driver (zegt iets over zelfst. naamw. dus geen -ly)

Ron drives carefully (zegt iets over hoe hij iets doet, dus + ly)

Slide 10 - Tekstslide

Practice

1. She sings ............................ (beautiful)
2. I am ............................ (awful) sorry.
3. I think Avatar is a .......................... (wonderful) movie.
4. The boy ran .......................... (incredible) fast.

Slide 11 - Tekstslide

U5L5
Do exercise 5, 6, 7, 8 on p. 214

Done? Study vocabulary U5L5 (=homework)

After 10-15 min: discuss answers

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide