In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Debat lessenserie/ 1
Slide 1 - Tekstslide
Stap 1: Ga naar www.lessonup.app
Stap 2: Log in met OFFICE 365
Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'
Welkom!
Voordat de les is begonnen, heb jij:
Slide 2 - Tekstslide
Starter: leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Staan/zitten
Ga staan als je jouw fragment volgens jou non-fictie is (documentaire, reportage) / ga zitten als je denkt dat deze film fictie is (speelfilm)
Staan/zitten
Ga staan als je denkt dat deze film waargebeurd is/ zitten als je denkt dat het verhaal verzonnen is
Staan/zitten
Ga staan als je denkt dat alles in deze film echt is / ga zitten als je denkt dat niet alles echt is
Slide 4 - Tekstslide
Debatteren
Slide 5 - Tekstslide
Zorg ervoor dat........
Je weet wat je wilt gaan zeggen
Het klopt wat je zegt
Je luistert naar de ander, zodat je daarop kan reageren
- je een spiekbriefje hebt
Slide 6 - Tekstslide
Maatschappelijke problemen
Bij maatschappijleer kijken we naar maatschappelijke problemen.
... maar wat zijn maatschappelijke problemen?
Slide 7 - Tekstslide
Een maatschappelijk probleem is:
Iets waar veel mensen last van hebben
Iets waar veel verschillende meningen over zijn
Iets dat de overheid moet oplossen
(Iets wat veel aandacht krijgt in de media)
Slide 8 - Tekstslide
Debatteren, waar denk je aan?
Slide 9 - Woordweb
Debatteren
Slide 10 - Tekstslide
Debatteren
Bij debatteren ben je voor of tegen een stelling.
Bij het einddebat wisselen we halverwege van positie.
Cijfer: 1. voorbereiding, 2. het debat, 3. evaluatie en 4. observatie.
Slide 11 - Tekstslide
Voorbereiding
1. Bedenk zoveel mogelijk argumenten bij de stelling.
2. Geef bij elk argument een uitleg.
3. Geef bij elk argument een voorbeeld.
-> Dit is een deel van je eindcijfer
Deze voorbereiding doe je samen met je groep!
Hier gaan we volgende week mee beginnen en afronden!
Slide 12 - Tekstslide
We gaan werken met de AUB-methode. Waar denk je dat letters bij het debatteren voor staan?
A
AlstUBlieft
B
Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld
C
Argument, Uitrusting, Bedankt
D
Antwoord, Uitleg, Bedankt
Slide 13 - Quizvraag
Het debat
1. De posities wisselen in het debat
2. Je staat er samen met je team
3. De beoordeling is individueel
Stel je voor, je start VOOR de stelling, dan wissel je halverwege naar TEGEN de stelling. En andersom.
Slide 14 - Tekstslide
Cijfer
1. De voorbereiding
2. Het debat
3. Evaluatie eigen debat
4. Observatie van een ander debat
Je levert 1 document in met 3 onderdelen!
(1, 3 en 4)
Slide 15 - Tekstslide
Groepen VG1A
A1. Florien, Bart, Bas, Liza
A2. Mees, Valerie, Silke, Chi-Yang
B1. Vera, Patryck, Koen V
B2. Noa, Kristen, Tim
C1. Koen Vd M, Esmee, Dylan
C2. Seye, Thomas, Lotte, Nada
Slide 16 - Tekstslide
Stellingen
A: Gevangenen moeten een huisdier krijgen om voor te leren zorgen
B: Elk gezin moet één keer per week een maaltijd langsbrengen bij iemand die alleen woont
C: Op elke school moet groep 8 jaarlijks een avondmaaltijd koken voor ouderen uit de buurt
Slide 17 - Tekstslide
1.1 Je herkent de principes van een debat
1. Basis principe: Uit meningsverschillen ontspringt de waarheid.
2. Je onderzoekt wat jouw mening is over een onderwerp. In een debat verdedig je je mening met argumenten.
3. Je kunt ook overtuigd woorden door de goede argumenten van een ander.
4. Je houdt je aan de gespreksregels in een debat. Het debat verloopt ordelijk.
Slide 18 - Tekstslide
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
Debatteren dwingt je om telkens een standpunt in te nemen en dat te onderbouwen met overtuigende argumenten. Je wordt gedwongen om actief na te denken over maatschappelijke vraagstukken, waardoor je inzichten in de maatschappij verwerven. Dit is een een intellectuele verrijking.
Slide 19 - Tekstslide
DOEL: Ik kan actief deelnemen aan een debat.
Slide 20 - Tekstslide
Welke tips heb je onthouden uit de vorige les over debatteren?
Slide 21 - Open vraag
Hoe gaan we te werk?
We doen drie keer een debat.
Zes stellingen op het bord.
We behandelen drie verschillende stellingen.
Je neemt één keer deel aan een debat en vult twee keer het beoordelingsformulier in voor een klasgenoot.
Slide 22 - Tekstslide
zes stellingen
Gewelddadige games moeten verboden worden voor jongeren onder 16 jaar.
Leraren moeten aangesproken worden met hun voornaam.
Alcoholreclame moet verboden worden.
Vuurwerk mag alleen op bepaalde plaatsen worden afgestoken.
De schoolkantine mag alleen nog maar gezond eten & drinken verkopen.
Dierentuinen moeten verboden worden.
Slide 23 - Tekstslide
Welke stelling heeft jouw voorkeur?
1 games
2 voornaam
3 alcoholreclame
4 vuurwerk
5 schoolkantine
6 dierentuinen
Slide 24 - Poll
stelling 1
Slide 25 - Tekstslide
evaluatie van het debat
Hoe vond je het?
Hoe ging het?
Wat voor tips heb je voor de volgende groep?
Slide 26 - Tekstslide
stelling 2
Slide 27 - Tekstslide
evaluatie van het debat
Hoe vond je het?
Hoe ging het?
Wat voor tips heb je voor de volgende groep?
Slide 28 - Tekstslide
stelling 3
Slide 29 - Tekstslide
evaluatie van het debat
Hoe vond je het?
Hoe ging het?
Slide 30 - Tekstslide
Hoe vond je het om deel te nemen aan een debat?
😒🙁😐🙂😃
Slide 31 - Poll
complimentje voor jezelf
Slide 32 - Woordweb
ALLE WC'S OP SCHOLEN MOETEN GENDERNEUTRAAL WORDEN
verboden woorden zijn...
timer
5:00
Een genderneutraal toilet is voor iedereen toegankelijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen, vrouwen, transgender en non-binaire personen.
Slide 33 - Tekstslide
DE OVERHEID MOETEN MENSEN DIE MEDISCHE HULP AFZWEREN VERBIEDEN OM KINDEREN TE KRIJGEN
verboden woorden zijn...
timer
5:00
Als ouder mag je zelf bepalen hoe je jouw kind wilt opvoeden. In de wet staat dat je moet zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van jouw kind. En dat je het moet helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen.
Slide 34 - Tekstslide
Laten we beginnen!
Door de klas in twee rijen met stoelen te splitsen
en een voorzitter uit te kiezen.
Slide 35 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Heb je geoefend met het Lagerhuis debat vorm
Heb je geoefend met het bedenken van goede argumenten
Ben je creatief geweest in je woordkeuze tijdens het debat
Slide 36 - Tekstslide
Feedbackmoment
Hoe vond je het zelf gaan?
Wat ging goed en wat kon beter?
Tips/tops?
Slide 37 - Tekstslide
Na deze les
Heb je een debat voorbereid.
Hebben we één debat uitgevoerd.
Slide 38 - Tekstslide
Waar let een jury op bij het beoordelen van een debat?
Slide 39 - Woordweb
Slide 40 - Tekstslide
Stap 1
Regels:
1. Je praat niet door een ander heen als iemand de beurt heeft.
2. Debatleider (leerkracht) mag je argument afkappen.
3. Wil je spreektijd, dan ga je staan.
3. Debatleider geeft je spreektijd, zodra het je beurt is.
4. Reageer op het argument en niet op de persoon
Slide 41 - Tekstslide
Stap 2
De klas wordt verdeeld in twee groepen. Iedere groep zit bij elkaar aan een kant van het lokaal.
Verdeling groepen. Zie volgende dia.
Slide 42 - Tekstslide
Stap 2
Let op! Het verschilt per stelling of je voor of tegen moet voorbereiden
Schrijf een paar argumenten op per stelling. Een goed argument bestaat uit: Ik ben er (niet) mee eens, want ....
Je zei ....., maar dit is......
Slide 43 - Tekstslide
Debat
Slide 44 - Tekstslide
Debat
scherp geformuleerde stelling
overtuigen jury
duidelijke regels
eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie
al pratend positie innemen
overtuigen gesprekspartner
geen regels
eindoordeel op basis van gevoel
Slide 45 - Tekstslide
Fase 1: voorbereiden
Slide 46 - Tekstslide
0
Slide 47 - Video
Hoe bouw je een argument op?
A - Argument
U - Uitleg
B - Bijvoorbeeld
Slide 48 - Tekstslide
Fase 2: het debat
opzetbeurt (3’): de voorstanders presenteren de stelling en noemen hun argumenten;
opzetbeurt (3’): de tegenstanders verwerpen de stelling en noemen hun argumenten
1 minuut overleg
verweerbeurt (2’): de voorstanders verweren zich tegen de tegenstanders;
verweerbeurt (2’): de tegenstanders verweren zich tegen de voorstanders
1 minuut overleg
vrije ronde (3’): beide partijen kunnen vrij op elkaar reageren
1 minuut overleg
slotbeurt (2’): tegenstanders richten zich tot de jury met samenvatting van argumenten;
slotbeurt (2’): voorstanders richten zich tot de jury met samenvatting van argumenten
Slide 49 - Tekstslide
Slide 50 - Tekstslide
Slide 51 - Video
Slide 52 - Video
De stellingen
stelling 1: ongezond eten, zoals hamburgers, moet duurder worden.
stelling 2: Je moet verplicht iedere dag groente en fruit meenemen naar school.
timer
10:00
Slide 53 - Tekstslide
Debat
Ongezond eten, zoals hamburgers, moet duurder worden.
Groep voor de stelling eerst, daarna de groep tegen de stelling.
Als laatst het debat.
timer
5:00
Slide 54 - Tekstslide
Het publiek:
Denk tijdens het debat na over:
- Hoe reageren de twee groepjes op elkaar?
- Helpen de leerlingen uit het groepje elkaar tijdens het debat?