Lessen AFP Bloed en afweerstelsel

Bloed deel 1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bloed deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van bloed?

Slide 2 - Woordweb


▪ Bloed is een vloeibaar transportmiddel dat zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen door het
lichaam vervoert.
▪ Het speelt ook een rol in temperatuurregulatie, zuurgraad (pH) en afweer.
Functie van bloed
▪ Bloed is een vloeibaar transportmiddel dat zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen door het
lichaam vervoert.
▪ Het speelt ook een rol in temperatuurregulatie, zuurgraad (pH) en bij de afweer.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van het bloed bestaat uit rode bloedcellen?
A
30%
B
45%
C
70%
D
100%

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcel
Rode bloedcel
Bloedplaatje
Erytrocyt
Trombocyt
Leukocyt

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de rode bloedcel?
A
Stolling
B
Afweer
C
Zuurstoftransport

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van rode bloedcellen?
 Rode bloedcellen bevatten veel hemoglobine, het eiwit dat zuurstof en koolstofdioxide vervoert. Hierdoor zijn rode bloedcellen in staat om zuurstof van de longen naar het weefsel te brengen en koolstofdioxide af te voeren naar de longen zodat we het kunnen uitademen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van witte bloedcellen?
A
Stolling
B
Afweer
C
Zuurstoftransport

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van witte bloedcellen? 
Witte bloedcellen worden leukocyten genoemd en zijn belangrijk voor het immuunsysteem. Ze beschermen het lichaam tegen schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Ook helpen witte bloedcellen mee met het opruimen van afgestorven cellen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof in het bloed transporteert zuurstof?
A
Bilirubine
B
Hemoglobine
C
Plasma

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar worden bloedcellen gemaakt?
A
In rood beenmerg
B
In de lever
C
In de milt

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedcellen zie je op de foto?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van het stollingsproces?
A
Vaatvernauwing, propvorming, fibrine netwerk
B
fibrine netwerk, propvorming, vaatvernauwing
C
Propvorming, vaatvernauwing, fibrine netwerk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedstolling
  • Vaatvernauwing (bloedverlies beperken)
  • Propvorming (bloedplaatjes klonteren samen)
  • Stolling (fibrine, een netwerk van eiwitdraden dat de wond dicht)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

  • Individueel of in tweetallen werken aan de leerdoelen in de kennisopdracht uit het leerpad 3.7 Bloed en afweerstelsel
  • Pas je kennis toe behorend bij B Bloed en samenstelling  
  • Of bereid je vast voor op de volgende les

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroepen
Het begrip bloedgroep houdt in dat er wel of niet bepaalde eiwitten op de rode bloedcellen zitten. Dat zijn antigenen: stoffen die bij het immuunsysteem prikkelen om antistoffen te maken. De bloedgroep wordt erfelijk bepaald.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rhesus
Bij de rhesusbloedgroep is er sprake van de aan- of afwezigheid van het D-antigeen. Je bent dan rhesuspositief als je het D-antigeen hebt en rhesusnegatief als je dit niet hebt.
Als de moeder rhesusnegatief is en de baby rhesuspositief, kan de rhesusbloedgroep een probleem geven tijdens de zwangerschap en bij de geboorte.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer
 Het afweersysteem richt zich op bacteriën, virussen, schimmels, kankercellen, parasieten en dergelijke. Deze bevatten antigenen op hun wand.

Antigenen zijn lichaamsvreemde moleculen die een reactie van het afweersysteem oproepen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee soorten witte bloedcellen met een functie bij de afweer:

  1. Witte bloedcellen met korrels in het plasma (korrelcellen) (algemene afweer)
  2. Lymfocyten (specifieke afweer = immuniteit)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak in zorgpad de opdracht pas je kennis toe van 7.2 en 7.3  
in leerpad 7 bloed en afweerstelsel

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies