1 Carola's portemonnee is gestolen!
2 De minister heeft geantwoord op alle vragen van de journalisten.
3 De oude auto werd ingehaald door een snelle sportwagen.
4 Gisteren hebben wij bij een Grieks restaurant gegeten.
5 Tijdens het concert werd er veel afval op de grond gegooid.
6 Vanmorgen zijn voor onze deur twee auto's op elkaar gebotst.