Nederlands tegenwoordige tijd lj1

1 / 11

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

11:00 – 13:00 uur, locatie Oosterpoort

▪ Ruim van tevoren aanwezig zijn

▪ Garderobe aanwezig, jassen mogen niet mee naar binnen

▪ Mobiele telefoons uit, er mag niet gefilmd worden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De tegenwoordige tijd

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Lesdoel

Na deze les weten jullie hoe je een werkwoord in de tegenwoordige tijd vervoegd.

Slide 6 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd

Wat heb je nodig?

P..........

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp van de zin bepalen

- Persoonsvorm

- vraag: wie of wat + persoonsvorm

- antwoord op de vraag is het onderwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd

Drie vormen

- stam

- stam + t

- stam + en

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aan de slag

Opdracht 1 t/m 6

Blz.41 t/m 47 (H3)

klaar:

Via Starttaal Online --> 2F --> Werkwoordspelling --> Tegenwoordige tijd

Slide 11 - Tekstslide

Nederlands tegenwoordige tijd lj1

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Spelling persoonsvorm in de tt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd

Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd

2.6 + 2.7

Nederlands tegenwoordige tijd

LJ1- 1.6 stam + ik-vorm / LJ2 1.6 + 1.7

Werkwoordspelling - herhaling persoonsvorm in de tegenwoordige tijd