In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Deze week
Alleen donderdag les: uitleg hoofdletters + weektaak
Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken
Slide 2 - Tekstslide
HOOFDLETTERS
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Zelf denken 1 min
Delen buurman/buurvrouw 1 min
uitwisselen
Slide 4 - Tekstslide
Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's Ochtends sta ik vroeg op.
't Was vanochtend wel erg koud.
Slide 5 - Tekstslide
Regel 1: begin van een zin
Uitzondering: Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
€15 betaalde hij voor het boek.
86 jaar geleden werd mijn opa geboren.
Slide 6 - Tekstslide
Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Sophie Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 7 - Tekstslide
Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 8 - Tekstslide
Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend van de regel, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 9 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Fransman
Limburgs dialect
Slide 10 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geenhoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Noordoost-Brabant
maar het noordoosten van Brabant
Slide 11 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 12 - Tekstslide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Koude Oorlog
Vaderdag
Maar bij samenstellingen / afleidingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
vaderdagontbijt / kerst (komt van Kerstmis)
Slide 13 - Tekstslide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geenhoofdletter.
zaterdag
januari
Ook een historische periode krijgt geenhoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 14 - Tekstslide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Religieuze en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen geenhoofdletter.
jodendom / christendom / islam / boeddhisme
jood / christen / islamiet / boeddhist
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen wel.
God
Bijbel
Slide 15 - Tekstslide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Een woord dat is afgeleid van een heilig begrip krijgt geen hoofdletter.
Hij ziet er goddelijk uit.
Er ligt een bijbel op het nachtkastje.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Welk woord heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot
Slide 18 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
A
koningin maxima
B
Koningin maxima
C
Koningin Maxima
D
koningin Maxima
Slide 19 - Quizvraag
Dit woord schrijf je met een hoofdletter:
A
Winter
B
Mei
C
het IJ
D
Oost
Slide 20 - Quizvraag
Welk woorden moeten met een hoofdletter?
Elke zondag laat mevrouw de jong haar hond uit.
A
zondag, jong
B
zondag, de, jong
C
de, jong
D
jong
Slide 21 - Quizvraag
Welk woord is niet correct gespeld?
Uitleg
In een aanhef schrijf je de eerste verwijzing naar een naam altijd met een hoofdletter. Het is dus meneer Van Dalen, Jan van Dalen of meneer J. van Dalen.
A
mevrouw van Zaalen
B
Katya van Zaalen
C
docente Van Zaalen
D
K.L. van Zaalen
Slide 22 - Quizvraag
Weektaak les 43
Opdracht 1 t/m 5
Klaar? Dan kijk je na
Ook klaar met nakijken? Dan maak je het extra oefenblad.
Je mag fluisterend overleggen
timer
10:00
Slide 23 - Tekstslide
Welkom!
Boekpresentatie
Laat me weten welk boek je leest en of je je presentatie samen gaat houden, vul het in op It's Learning.