1Hb

2Hd
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2Hd

Slide 1 - Tekstslide

1Hb

Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Les 1 & 2
Les-/leerdoelen:
1. We hebben met elkaar en het vak kennisgemaakt.
2. We hebben de planning van periode 1 doorgenomen.
3. We hebben de ELO getest & de uitleg over spelling bekeken. 
4. Je kunt uitleggen wanneer je hoofdletters gebruikt. 
5. Je hebt online paragraaf 1 van spelling gemaakt. 

Extra: We hebben een bezoek gebracht aan de bibliotheek. 

Slide 3 - Tekstslide

Bedenk een open interviewvraag.

Slide 4 - Woordweb

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren
C

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 7 - Quizvraag

Een komma geeft aan dat:
A
er een nieuwe zin komt
B
je even moet wachten voor je verder leest
C
dat er een nieuwe alinea komt

Slide 8 - Quizvraag

komma
A
Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
B
Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
C
Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
D
Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk
- Online: paragraaf 1 van spelling maken


Slide 10 - Tekstslide

Les 3
Les-/leerdoelen:
1. Je hebt aangegeven waar je qua werkwoordspelling nog aandacht aan moet besteden. 
2. Je hebt uitleg over spelling van bijvoeglijk naamwoorden gekregen. 
3. Je hebt online spelling paragraaf 2 gemaakt.

Extra: We hebben een bezoek gebracht aan de bibliotheek. 

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
1. Met sinterklaas eten we  (marsepein) varkens en (zoet) muizen met chocolade.
2. De bouwvakker droeg schoenen met (staal) neuzen en een warme (fleece) hoodie.
3. Dat (gaaf) T-shirt is lekker koel in dit warme weer, maar mijn opa droeg 
’s zomers en ’s winters  (wol) truien.
4. Die (peperduur) design zonnebril van Ray-ban heeft een (titanium) frame.













Slide 12 - Tekstslide

Les 4
Programma: 
1. We hebben paragraaf 2 van spelling besproken. 
2. Je kunt de meervoudsvormen eindigend op -en/-s/-'s en woorden eindigend op -ee/-ie in het meervoud correct schrijven. 
3. Je maakt de Diatoets af. 
4. Je maakt paragraaf 3 van spelling. 

Extra: Lezen in je leesboek

Slide 13 - Tekstslide

Welke spelling is bij alle woorden juist?
A
depressies - parapluus - hobbies
B
depressies- paraplu's - hobby's
C
depressies - paraplu's - hobbies
D
depressies - parapluus - hobby's

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling in het meervoud?
idee
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling in het meervoud?
technologie
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën

Slide 16 - Quizvraag

Les 5
Programma: 
1. We hebben paragraaf 3 van spelling besproken. 
2. Je kunt verkleinwoorden spellen
3. Je maakt de Diatoets af. 
4. Je maakt paragraaf 4 van spelling. 

Extra: Lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
Kano'tje
B
Kanotje
C
Kanoo'tje
D
Kanootje

Slide 18 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
tostietje
B
tosti'tje
C
tostie'tje
D
tostitje

Slide 19 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje
C
woningetje

Slide 20 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
harinkje - omaatje - cafeetje
B
haringetje - omaatje - cafeetje
C
harinkje - omaatje - cafétje
D
harinkje - oma'tje - cafétje

Slide 21 - Quizvraag

Afsluitende les
Opdracht:
1. Je verbetert de toets van je klasgenoot met potlood
2. Schrijf onderaan de toets 1 compliment & 1 tip

Klaar? Lezen in je leesboek. 

Slide 22 - Tekstslide