3.1 Leenheren, leenmannen en horigen

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

Zet de volgende onderdelen van de Republiek op de goede plaats:
Consuls
Volksvergadering
Volkstribuun
Senaat

Slide 2 - Sleepvraag

Om de grenzen van het Romeinse rijk te beschermen werd de lokale bevolking ingezet en op den duur konden zij zo het Romeinse burgerrecht verkrijgen.

Wat kan een nadelig gevolg zijn van overwonnen volken te laten dienen in het Romeinse leger?
A
Zij zijn minder goed getraind dan de Romeinse soldaten
B
Er is een taal barrière ze begrijpen de Latijnse orders niet
C
De loyaliteit van de overwonnen volken is niet altijd aan de Romeinen
D
De overwonnen volken waren zelden te vertrouwen

Slide 3 - Quizvraag

Waarom waren de Romeinen tolerant jegens andere godsdiensten?
A
Ze wilden de vrede in het Romeinse rijk bewaren
B
Romeinen namen alles over van andere volken, waarom dan niet goden
C
Hoe meer goden aan je kant staan hoe beter
D
Zij vonden het de moeite niet waard om iets tegen deze andere godsdiensten te doen

Slide 4 - Quizvraag

Ondanks de tolerantie waren de Romeinen wel streng tegenover de joden wat was hiervoor de voornaamste reden?
A
Zij accepteerden de keizer niet als hun leider
B
Zij kwamen vaak in opstand, omdat zij vaak werden vervolgd
C
De joden pasten zich niet goed aan de Romeinse cultuur en spraken alleen maar Hebreeuws
D
Zij waren monotheïstisch

Slide 5 - Quizvraag

Waarom zou juist door de strenge vervolging het christendom in populariteit toenemen
A
Omdat er een goed verdienmodel achter het christendom zat, waardoor het loonde om christenen te worden
B
Omdat door de belofte van de hemel de dood niet meer uitmaakte
C
Omdat de slachtoffers werden geëerd als martelaren
D
Omdat de vervolgingen sporadisch waren en zeer lokaal in het Romeinse rijk

Slide 6 - Quizvraag

Volgens Edward Gibbon (een belangrijke historicus) was het christendom de hoofdoorzaak van de val van het Romeinse rijk. Waardoor zou dit komen?
A
Er was te veel onenigheid in het Romeinse rijk. De Romeinen accepteerden de nieuwe staatsgodsdienst niet.
B
Iedereen die niet de nieuwe staatsgodsdienst accepteerde werd ter dood veroordeeld, waardoor er minder soldaten beschikbaar waren.
C
Het christendom is een vredelievende godsdienst, waardoor de Romeinen de strijdlust verloren.
D
De christenen waren te veel bezig met de hemel, waardoor er minder mankracht beschikbaar was voor de legers.

Slide 7 - Quizvraag

West- Romeinse
Oost- Romeinse
Sleep de woorden naar de juiste kolom:
1453
476
Volksverhuizing
Welvarend
Middeleeuwen
Oudheid
Constantinopel
Rome
Byzantijnse rijk

Slide 8 - Sleepvraag

Noem een politiek, economisch en een sociaal gevolg van de volksverhuizing voor het West-Romeinse rijk

Slide 9 - Open vraag

Gevolgen voor Europa na 476
1) Handelen en nijverheid neemt af; Romeinse veiligheid valt weg, hierdoor verdwijnt de geldeconomie.

2) Steden raken verlaten; steden zijn gemakkelijke doelwitten voor rovende bendes en geen handel.

3) Enige bescherming is bij lokale heren; Romeinse heren of Germaanse leiders zijn de enige mensen die bescherming kunnen veroorloven: ridders (en aanbieden).

4) Afname in ontwikkeling en uitwisseling; men is te druk met overleven dat er amper meer ontwikkeling is. Door de afname in de handel is er ook amper meer uitwisseling met andere volken.

Slide 10 - Tekstslide

Verklaar aan de hand van de vorige slide de term: 'Middeleeuwen'

Slide 11 - Open vraag

Platteland
  • Door hoge belasting in late Romeinse rijk veel pachtboeren in de schulden.

  • Om te voorkomen dat boeren hun land verlieten werden zij onder toezicht gesteld van de grootgrondbezitters.

  • Omdat de handel afnam moesten grootgrondbezitters opzoek naar andere inkomstenbronnen

  • Zij verpachten een deel van de grond aan slaven die het land toch al verbouwden.

  • De pachtboeren en slaven vormen hiermee één groep: onvrije pachtboeren (dit worden de horigen)
'Voor de val van het Romeinse rijk'

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Stel je voor de heer van een domein besluit zijn land te verkopen aan de kerk om aan een kruistocht mee te doen. Wat zou er met de onvrije pachtboeren op het land gebeuren?
A
Zij horen bij de heer, dus gaan met hem mee op kruistocht
B
Het contract met de heer wordt hiermee verbroken en ze mogen kiezen waar ze heen gaan
C
Zij horen bij het land en worden samen met het land verkocht
D
Ze worden hiermee vrije mensen, omdat de heer niet meer zijn plicht kan vervullen

Slide 14 - Quizvraag

Platteland
  •  Vrij boeren zoeken bescherming bij de edelen, hierbij geven zij hun vrijheid op. Samen met de onvrije pachtboeren worden zij horigen

  • Het domein (land van de heer), was in twee delen verdeeld. Het vroonland (deel van het heer, met de burcht en akkers) en de akkers van de horigen.

  • Plichten van de horigen: 1) een deel van de oogst afstaan als pacht, 2) verlenen van herendiensten, bijvoorbeeld het repareren van een hek of werken op de akkers van de heer.

  • De domeinen waren volledig zelfvoorzienend (autarkisch)


'Na de val het Romeinse rijk'

Slide 15 - Tekstslide

Het systeem waarbij een horigen een deel van een domein pachten, noemen we het:...
A
Leenstelsel
B
Feodale stelsel
C
Hofstelsel

Slide 16 - Quizvraag

In ruil voor de veiligheid die het hofstelsel garandeerde, moesten de horigen 2 dingen doen. Welke twee zijn dit?
A
Herendiensten
B
Mee vechten in het leger van de heer
C
Pacht betalen
D
Eed van trouw zweren

Slide 17 - Quizvraag

Karolingische rijk
  • Het Frankische rijk onder Karel de Grote (keizer)

  • Koningschap erfelijk, maar niet altijd op oudste zoon > veel onderlinge strijd en oorlogen

  • Grote delen onbewoond en dorpen lagen ver uit elkaar. Centraal bestuur onmogelijk > Karel reist rond.

  • Loyale heren (vazallen) onder zijn bewind beloond hij met landgoederen  (als leen). 

  • In theorie blijft het land van de heer (leenheer), de  vazal (leenman) mag het land verpachten en belasting vragen., tevens  moet de vazal de leenheer een eed van trouw  zweren en  bij staan in 'raad en daad'

Slide 18 - Tekstslide

Wat zou men bedoelen met 'raad en daad'?
A
Dat ze hem advies geven wanneer hierom gevraagd wordt
B
Dat ze hem zullen helpen met besturen van het land
C
Dat ze in het geval van oorlog hun soldaten zullen sturen
D
Dat zij Karel D.G om raad zullen vragen als hij langs komt

Slide 19 - Quizvraag

Het Karolingische rijk
(Circa 768)
  • Hofmeier Karel Martel erft het Karolingische rijk

  • Het rijk is echter te groot om efficiënt te kunnen besturen 

  • Karel besluit zijn land uit te lenen aan loyale vazallen

Slide 20 - Tekstslide

Het Karolingische rijk
(Circa 788)
  • De vier hertogen zweren allemaal een 'eed van trouw' en zullen de koning bij staan met raad en daad

  • De Hertogen besturen het land nu zelf: ze mogen belasting heffen en moesten rechtspreken en zorgen voor veiligheid.

  • En als de koning ten oorlog gaat moeten zij ridders sturen om hem te ondersteunen

Slide 21 - Tekstslide

Het Karolingische rijk
(Circa 808)
  • Deze vazallen van koning kunnen het rijk ook weer onder loyale (kleine) heren verdelen

  • De nieuwe hertogen/graven moesten een 'eed van trouw' zweren aan de persoon van wie ze het geleend hadden

  • en dus ook legers sturen als de hertog ten oorlog ging
     

Slide 22 - Tekstslide

Wat is nummer 13 van nummer 2
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 23 - Quizvraag

Wat is nummer 1 van nummer 6
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 24 - Quizvraag

Wat is nummer 7 van nummer 14
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het probleem van dit systeem?

Slide 26 - Open vraag

Bij de dood van de koning wat zou er met de gezworen eed gebeuren?
A
De eed van trouw wordt automatisch verlengd bij de nieuwe koning
B
De vazal zal een nieuwe eed van trouw moeten zweren bij de koning
C
De eed van trouw vervalt en het land is nu van de vazal

Slide 27 - Quizvraag

In theorie zou de vazal een nieuwe eed moeten zweren aan de koning. Wat gebeurde vaak in de praktijk?

Slide 28 - Open vraag

Homework
Maken: 
4 en 10

Slide 29 - Tekstslide