Les 2 Het skelet, inleiding

het skelet, inleiding
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

het skelet, inleiding

Slide 1 - Tekstslide

les doel
  • Aan het einde van de les kun je de verschillende functies van het skelet benoemen en aan de hand van een boorbeeld een van de functies uitleggen. 
  • Aan het einde van de les kan je vertellen wat osteoclasten, osteoblasten en osteocyten in het bot doen. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke functies van het skelet ken je?

Slide 3 - Woordweb

Opdracht 
  • Bekijk het filmpje
  • Welke functies heeft het skelet volgens dit filmpje?
  • Lees nu de inleiding bij hoofdstuk 3 in je boek. Welke functies heeft het skelet nog meer?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bewegen

  • Botten zijn aanhechtingsplaats voor spieren, maken samen met spieren beweging mogelijk
  • Botten kunnen werken als hefbomen

Slide 6 - Tekstslide

Steun en vorm

  • Skelet bepaalt je lengte
  • Waarom worden ouderen (soms zelfs tot 10 centimeter) kleiner?

Slide 7 - Tekstslide

Bescherming

  • Ribben beschermen het hart en de longen
  • Schedel beschermt...?
  • Wervelkolom beschermt...?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bouw botten
Beenmerg
  • In de holte van het bot
  • Bloedcellen maken

Slide 10 - Tekstslide

Bloedcelproductie

Beenmerg en bloedcellen worden gevormd in de mergholten in de botten vooral in de met zwart aangegeven gedeelten

Slide 11 - Tekstslide

Opslag

  • In botten zijn mineralen en energie opgeslagen

Slide 12 - Tekstslide

Welke ziektebeelden ben jij afgelopen week die betrekking hebben op het skelet op je werk tegengekomen?

Slide 13 - Woordweb

Opdracht 

Bij het filmpje: Noteer de verschillende botcellen en leg in je eigen woorden uit wat de functie van die cel is. 

Lees in je boek (VP)3.2.2 of (VZ)3.1.2 en check of je de juiste functie hebt beschreven bij de juiste botcel.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 16 - Quizvraag

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer...?
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 17 - Quizvraag

De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
Gewrichten
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Vergroeid

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
Naden
B
Kraakbeen
C
Vergroeid
D
Gewrichten

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 21 - Quizvraag

Kraakbeen zorgt ervoor dat
A
een gewricht kan bewegen
B
het bot niet zo snel slijt en botten soepel kunnen bewegen
C
een bot stijf is
D
stevigheid van een gewricht

Slide 22 - Quizvraag

Welke functies heeft ons skelet?
Kies het beste antwoord
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming
D
beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming, vormt je intelligentie

Slide 23 - Quizvraag

Individuele opdracht.
  • Volwassenen hebben 206 botten pasgeborenen daarentegen hebben 300 botten
  • Ga na waarom pasgeborenen veel meer botten hebben en bedenk 3 verschillende botten die op latere leeftijd er niet meer zijn .
  • Zoek ook uit of er een bot is dat op latere leeftijd wel aanwezig is, maar bij pasgeborenen niet.
  • Tijd over? e learnings

Slide 24 - Tekstslide

lesdoel behaald?
Aan het einde van de les kun je de verschillende functies van het skelet benoemen en aan de hand van een boorbeeld een van de functies uitleggen. 

Slide 25 - Tekstslide

volgende week
paragrafen 3.3, 3.4 en 3.5
Denk aan de e learnings

Slide 26 - Tekstslide