LK3D - Lesson 1.5 - Comparisons Part II

Welcome
Monday, the nineteenth of September
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome
Monday, the nineteenth of September

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today

  • Lesson aims
  • Grammar - vergelijkingen
  • Work on lesson 1.5 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson aims
Aan het einde van de les ...

- kun je dingen met elkaar vergelijken in het Engels.
- heb je gewerkt aan lesson 1.5.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp 
1. Go to: LessonUp.app
2. Inloggen 
3. Deelnemen aan les: JA

Leerlingen nog niet in Mijn Klas in Lesson Up:
Sem + Bara'a
Klascode: f q u h l




timer
0:30

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom zijn lettergrepen belangrijk bij vergelijkingen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Geef een voorbeeld van de trappen van vergelijking in het Engels.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
the oldest

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more 
- Superlative: most
expensive
more expensive
the most expensive

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer het woord eindigt op:
-e? → alleen -r of -st
 close-closer-closest
korte klinker? → verdubbelt medeklinker
 big-bigger-biggest
medeklinker + -y? → -ier of -iest
 dry-drier-driest

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op! 

Onregelmatige woorden:

good - better - best

bad - worse - worst

little - less - least

far - further - furthest






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap:


Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:


Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Find the mistake!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He is the ... (strong) man in our village.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

A holiday by the sea is ... (good)
than a holiday in the mountains.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My friend is ____ (fat) than my brother.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the ____ (terrifying) film I've seen.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik de trappen van vergelijking moet maken in het Engels.
A
Yes! Absolutely :)
B
I need a bit more practice.
C
I find it very difficult.
D
Huh, wat zijn de trappen van vergelijking???

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Net zo als
(not) as ... as
Wanneer je 2 dingen vergelijkt die gelijk zijn aan elkaar:
as ... as
not as ... as

Charles is as smart as Jake.
English is as important as Dutch.
Football is not as important as homework.

Slide 22 - Tekstslide

net zo als
(not) as ... as
*         Wanneer de 2 dingen NIET gelijk zijn aan elkaar:

*          Gebruik THAN               An elephant is bigger than a Koala.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The blue car is _____ the red car. (fast)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Scuba diving is ____ than climbing (fascinating)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The violin is _____ the cello. (not/ low)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik vergelijkingen moet maken in het Engels.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lesson 1.5
Do: exercise 1 t/m 10 + 12

Done? Lesson 1.6 - exercise 2 + 3 + 4a + 5

Opdracht 8 gaan we gezamenlijk bespreken.

Tijd: __________

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies