2.7 korte en lange klanken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 2.7 korte en lange klanken
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Neem het boek van Nederlands voor je.

Lees blz. 61 t/m 63 nog eens door. 

Huiswerkcontrole:

les 6: opdr. 12 t/m 14-15

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

3. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- herken je klankgroepen in woorden.

- weet je wanneer je een enkele of dubbele klinker moet schrijven. 

- weet je wanneer je een enkele of dubbele medeklinker moet schrijven. 

Minicheck

Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 

Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 

Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: kroket

1. 1
2. 2
3. 3

Welke klankgroepen heeft het woord wasbeer?

1. korte
2. lange
3. korte en lange

Welke drie woorden zijn goed geschreven?

1. 1. kipenhok 2. regenwolken 3. melkflesen
2. 1. kippenhok 2. regenwolkken 3. melkflessen
3. 1. kippenhok 2. regenwolken 3. melkflessen
4. 1. kipenhok 2. regenwolken 3. melkflesen

Verdiept arrangement

3 vragen goed? Aan de slag!

Lees en maak les 2.7 opdr. 17 t/m 21

Samenwerken? Ga dan aan de grote tafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Pak je leesboek en ga in stilte lezen. 

4. Instructie

Lees mee op de volgende dia's. 

Klankgroep

- Een woord kan je in stukjes verdelen

- Elk stukje heet dat een klankgroep

- Een woord kan een of meerdere klankgroepen hebben.

bijvoorbeeld

Brood - een klankgroep

kro-ket - twee klankgroepen

ha-gel-slag - drie klankgroepen

Klankgroep

Elke klankgroep heeft een korte of lange klank.

Het woord kroket heeft een lange en een korte klankgroep.

Korte klank

Wil je een korte klank maken? 

Dan schrijf je een dubbele medeklinker.

Bijvoorbeeld: 

dopen/doppen

peten/petten

Lange klank

Wil je een lange klank maken? 

Dan schrijf je een enkele klinker

Bijvoorbeeld: 

kool --> kolen

plaat --> platen

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 2.7, opdr. 17 + 19 + 20. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest + maakt zelfstandig, in stilte:

Lees en maak 2.7, opdr. 17 t/m 21 (verdiept)

                              2.7 opdr. 17 + 19 + 20 (B + I)

Ben je klaar?

1. Kijk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Pak je leesboek en ga in stilte lezen. 

7. Evaluatie

- zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

- reflecteren; nakijken en corrigeren waar nodig. 

Quiz mee ter afsluiting --> evaluatie lesdoelen!

Huiswerk:

maandag 08-11-2021: NE 2.7, opdr. 17 t/m 21 (V).

                                                     2.7, opdr. 17 + 19 + 20 (B + I). 

Noteer de woorden in meervoud:
1 appelboom, 2 appel......

Noteer de woorden in meervoud:
1 busbaan, 2 bus......

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: paardenstallen?
Geef antwoord met een cijfer.

uit welke klankgroep(en) bestaat het woord: olifant

1. allen korte
2. alleen lange
3. lange en korte

uit welke klankgroep(en) bestaat het woord: panter

1. allen korte
2. alleen lange
3. lange en korte