Coderen en het grootboek

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de definitie van het begrip journaal?

Slide 2 - Open vraag

Welke grootboekrekening wordt bij een inkoopfactuur (IF) sowieso geboekt?
A
100 Kas
B
110 Rabobank
C
130 Debiteuren
D
140 Crediteuren

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn de boekhoudregels van een bezit rekening?

Slide 4 - Open vraag

Wat wordt verstaan onder coderen

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Factuur verzonden aan de firma Geraeds (VF009) voor een bedrag van € 4.500,–. De goederen zijn verzonden.
De inkoopprijs bedroeg € 3.200,–.
A
130 € 4.500 debet 700 € 3.200 credit 050 € 1.300 credit
B
140 € 4.500 debet 850 € 4.500 credit 800 € 3.200 debet 700 € 3.200 credit
C
130 € 4.500 debet 850 € 4.500 credit 800 € 3.200 debet 700 € 3.200 credit
D
100 € 4.500 debet 850 € 4.500 credit 800 € 3.200 debet 700 € 3.200 credi

Slide 7 - Quizvraag

Aan de hand van wat wordt het grootboek geopend?
A
Inventarislijst
B
Balans
C
Journaal
D
Journaalposten

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van een journaal?

Slide 13 - Open vraag

Welke rekening wordt niet geboekt bij een verkoopfactuur van goederen?
A
100 Kas
B
700 Voorraad goederen
C
800 Kostprijs verkopen
D
850 Opbrengst verkopen

Slide 14 - Quizvraag

Aan de hand van wat wordt het grootboek bijgewerkt?

Slide 15 - Open vraag