7.1 Hoofdletters en leestekens

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Cursus 7 Spelling § 1 Hoofdletters en leestekens

Lesdoelen:

  • Je leert wanneer je een hoofdletter moet schrijven;
  • Je leert wanneer je een punt gebruikt;
  • Je leert wanneer je een uitroepteken gebruikt;
  • Je leert wanneer je een vraagteken gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer een hoofdletter?
  • Begin van een zin;
  • Bij (aardrijkskundige) namen;
  • Officiële feestdagen;
  • Historische gebeurtenissen;
  • Instellingen, verenigingen of bedrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer geen hoofdletter?
  • Dagen
  • Maanden
  • Seizoenen
  • Windstreken

Slide 4 - Tekstslide

Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren
C

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 6 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 7 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag

Slide 8 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 9 - Quizvraag

Leestekens

Slide 10 - Tekstslide

Leestekens I

Een punt gebruik je bij gewone zinnen:


De winter begint op 21 december.
Het meisje rent door het bos.
Volgende week begint de vakantie.

Slide 11 - Tekstslide

Leestekens II

Zet na een vraag een vraagteken.


Doe jij de deur even open?
Wil je ook wat drinken?
Hoe laat ben je vandaag vrij?

Slide 12 - Tekstslide

Leestekens III

Geef met een uitroepteken je zin extra nadruk.


Pas op voor die auto!

Houd nog toch eens een keertje je mond!

Te gek! We gaan op vakantie naar Thailand!

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Cursus 7 Spelling
$1 Hoofdletters en leestekens

th+ha:
Je maakt opdracht 1 t/m 6

--> Huiswerk voor dinsdag 22 oktober a.s.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Ik weet nu wanneer ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken
A
100%
B
Ja, meestal
C
Het kan beter
D
Nou, ik twijfel nog steeds

Slide 15 - Quizvraag