3.5 woorden

3.5 woorden 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.5 woorden 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je
nog over je
woordenschat?

Slide 2 - Woordweb

Woordenschat

Vandaag gaan we je woordenschat vergroten!

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- heb je kennisgemaakt met nieuwe woorden en de betekenis van bekende woorden opnieuw geoefend
- kun je tegenstelling herkennen en benoemen 
- weet je wat voor - en achtervoegsels zijn

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel woorden
kent iemand van 13?

Slide 5 - Woordweb

Een kind van 13 kent 13.000 woorden

Een kind met Nederlands als 2e taal kent er 8500
En na deze les ken je er hopelijk weer iets meer...

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent:
amper
A
heel veel
B
nauwelijks
C
Amber maar dan fout gespeld
D
weet ik niet

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
op de kop tikken
A
iemand op zijn hoofd slaan
B
een hamer spijkeren
C
iets voordelig kopen
D
weet niet

Slide 8 - Quizvraag

Noem een
tegenstelling.

Slide 9 - Woordweb

Een tegenstelling bestaat uit twee woorden die het tegenovergestelde betekenen
dik - dun
groot - klein
aardig - gemeen

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt ook een tegenstelling herkennen omdat er een voorvoegsel wordt gebruikt


opvallend - onopvallend
vriend - ex-vriend
verbaal - nonverbaal

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt ook een tegenstelling maken, door een achtervoegsel te gebruiken 


 een kans - kansloos

vol liefde - liefdeloos

Slide 12 - Tekstslide

Maken: 
3.5 Woorden 
Opdracht 2, 4, 5, 6, 8, 10, 14, 15
timer
1:00
Klaar? 
woorden oefenen met de woordtrainer 
en beginnen aan Test Jezelf 3.5 

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord heb je vandaag geleerd dat je nog niet kende?

Slide 14 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een tegenstelling

Slide 15 - Open vraag

Hoe heb je vandaag gewerkt?
010

Slide 16 - Poll