Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaalles onderwerp en pv
Wat is het wie-deel? Stel de WIE vraag.
Teun vangt.
A
Teun
B
vangt
1 / 44
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 5
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is het wie-deel? Stel de WIE vraag.
Teun vangt.
A
Teun
B
vangt
Slide 1 - Quizvraag
Welk deel is het onderstreepte woord?
De bakker
bakt brood voor zijn familie.
A
wie-deel
B
wat-deel
C
voor wie-deel
D
aan wie-deel
Slide 2 - Quizvraag
HET WIE-DEEL:
Het wie-deel
noem je ook wel
het onderwerp.
=
het "Wie" deel!
Wie doet het?
Stel de vraag:
Wie (Wat) + werkwoord?
Slide 3 - Tekstslide
Jan Erik loopt uit school naar huis.
Wat is het wie-deel?
A
Jan Erik
B
school
C
huis
D
Er is geen wie-deel
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het wie-deel? Stel de WIE vraag.
Bram eet lekkere pap.
A
Bram
B
eet
C
lekkere
D
pap
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het wie-deel? Stel de WIE vraag.
Loopt de jongen naar school.
A
Loopt
B
de jongen
C
naar
D
school
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het wie-deel? Stel de WIE vraag.
In de speeltuin spelen de kinderen.
A
In
B
de speeltuin
C
spelen
D
de kinderen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor het 'onderwerp' van een zin?
A
Het waar-deel
B
Het wat-deel
C
Het wie-deel
Slide 8 - Quizvraag
Lesdoel
Ik kan het
onderwerp
in een zin herkennen en benoemen.
Het onderwerp wordt ook wel
het wie-deel
genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Dat is altijd een werkwoord
Slide 11 - Tekstslide
Een persoonsvorm is ALTIJD een werkwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Piet loopt op de stoep.
A
loopt
B
de
C
op
D
Piet
Slide 13 - Quizvraag
De buurman maait het gras.
Wat is de persoonsvorm?
A
de buurman
B
maait
C
het gras
Slide 14 - Quizvraag
persoonsvorm?
Ik ga naar de bibliotheek.
A
naar
B
ga
C
de
D
ik
Slide 15 - Quizvraag
Melkt de boer zijn koeien?
Wat is de persoonsvorm?
A
melkt
B
de boer
C
zijn koeien
Slide 16 - Quizvraag
Vind de persoonsvorm:
Jan en Klaas vinden een brief.
A
Jan en Klaas
B
vinden
C
een
D
brief
Slide 17 - Quizvraag
Vind de persoonsvorm:
De meester kijkt rond.
A
De
B
meester
C
kijkt
D
rond
Slide 18 - Quizvraag
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 19 - Open vraag
Dat is altijd een werkwoord
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Hoe noemde jij eerst het onderwerp?
A
het wie-deel
B
het wat-deel
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het onderwerp.
A
De tafel
B
staat
C
op zijn kop
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Open vraag
A
Mijn mooie fiets
B
staat
C
op slot.
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Open vraag
De auto rijdt heel hard
Wat is het onderwerp in de zin?
Tip
A
hard
B
rijdt
C
De auto
D
heel
Slide 28 - Quizvraag
Dan is het nu tijd om te oefenen!
Luister naar de uitleg
Slide 29 - Tekstslide
De kinderen stappen in de bus
Wat is het onderwerp?
Slide 30 - Open vraag
Het meisje heeft rood haar.
Wat is het onderwerp?
Slide 31 - Open vraag
Mijn vriendin krijgt een beugel.
Wat is het onderwerp?
Slide 32 - Open vraag
Gisteren heeft papa mijn fiets gemaakt.
Wat is het onderwerp?
Slide 33 - Open vraag
Jurre en Daan gaan naar de film.
Wat is het onderwerp?
Slide 34 - Open vraag
Hoofdpersoon Paul lost in deze film een groot probleem op.
Wat is het onderwerp?
Slide 35 - Open vraag
Stiekem is Paul gek op Sara: het mooiste meisje van de klas.
Wat is het onderwerp?
Slide 36 - Open vraag
Zou Sara hem ook leuk vinden?
Wat is het onderwerp?
Slide 37 - Open vraag
Zal het plan morgen lukken?
Wat is het onderwerp?
Slide 38 - Open vraag
Jij beantwoordt nu de laatste zin.
Wat is het onderwerp?
Slide 39 - Open vraag
aan het werk
TAAL
Thema 5, week 1
Les 2
OPGAVE 2 EN 3
Klaar: plussen
Slide 40 - Tekstslide
Yes, je bent alweer bijna klaar!
Slide 41 - Tekstslide
Dus hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 42 - Open vraag
Hoe ging het?
A
Erg goed!
B
Wel goed, maar ik had wel wat foutjes.
C
Een beetje goed, ik snap het wel maar wil vaker oefenen.
D
Niet zo goed, ik snap het nog niet.
Slide 43 - Quizvraag
Goed gewerkt!
Het geeft niks als je nog een paar foutjes had. Dit gaan we nog een paar keer oefenen.
Je bent nu klaar met deze taalles.
'Dooeiii'
Slide 44 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
T2L9: Supertalenten
Februari 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Het onderwerp les 2
Februari 2023
- Les met
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Het onderwerp
Februari 2023
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
herhaling stam, infinitief, onderwerp en persoonsvorm
Januari 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Zinsontleding
Mei 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Ontdek de Persoonsvorm en Het Onderwerp!
April 2024
- Les met
17 slides
Werkwoorden vervoegen
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het onderwerp
Maart 2022
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 5