Maatschappijleer hs 1 en hs 3

Maatschappijleer hs 1 en hs 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer hs 1 en hs 3

Slide 1 - Tekstslide

Als waarden en normen van
ouderen met jongeren botsen is dit :
A
sociale controle
B
identificatie
C
identiteit
D
generatieconflict

Slide 2 - Quizvraag

Een dominante cultuur is de cultuur van .....
A
Een grote groep mensen
B
Een kleine groep mensen
C
De hele wereld
D
2 mensen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is socialisatie?
A
Het accepteren van mensen en respect hebben
B
Het hebben van waarden en normen
C
Het aanleren van waarden, normen en gewoonten
D
Je verbonden voelen met een speciale groep

Slide 4 - Quizvraag

Sociale controle is
A
Dat je andere mensen controleert
B
Dat anderen controleren of je wel sociaal bent
C
Dat mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt
D
Dat zijn de wetten die gaan over sociale zaken

Slide 5 - Quizvraag

Normen zijn:
A
Doen waar de ander blij van wordt
B
Een mening hebben over anderen
C
Hoe vriendelijk je iemand vindt
D
Regels over hoe je je moet gedragen

Slide 6 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid komt voort uit
Wat heeft sociale ongelijkheid te maken met de maatschappelijke ladder?
A
verschil in inkomen
B
verschil in sociaal mileu
C
verschil in opleiding
D
A-B en C

Slide 7 - Quizvraag

Waarden zijn?
A
Principes die je belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepalen
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 8 - Quizvraag

Is de afbeelding rolbevestigend of roldoorbrekend?
A
Rolbevestigend
B
Roldoorbrekend

Slide 9 - Quizvraag

Deze reclame van
Hornbach is een
voorbeeld van ... gedrag
A
rolbevestigend
B
roldoorbrekend

Slide 10 - Quizvraag

Wat is internalisatie?
A
Gedrag aanleren van je ouders
B
Genderneutraal gedrag
C
Gedrag automatiseren zonder dat je erbij nadenkt
D
Gedrag doen vanuit de groep

Slide 11 - Quizvraag

Wat is cultuur?
A
Normen, waarden en gewoonten in een samenleving
B
Dat is aangeboren gedrag
C
Wat je leert van de media, bij de sportclub en van vrienden/vriendinnen
D
Dat is het socialisatieproces

Slide 12 - Quizvraag

Welke cultuur is niet de dominante cultuur:
A
Fries in Friesland
B
Hollands in Nederland
C
Afrikaans in Zuid-Afrika
D
Spaans in Rome

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een rolpatroon?
A
Een rol die hoort bij een patroon
B
Geen onderscheid tussen mannen en vrouwen
C
Gedrag dat wij van mensen in bepaalde situaties verwachten
D
Als een man een jurk draagt en een vrouw het afval buiten zet

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een maatschappelijk probleem?
A
Liefdesverdriet
B
Een burenruzie.
C
Alcoholgebruik onder jongeren.
D
Jan die geen geld heeft voor nieuwe kleding.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN maatschappelijk probleem?
A
klimaatverandering
B
werkeloosheid
C
liefdesverdriet
D
files

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn machtsmiddelen?
A
Instrumenten om macht af te dwingen
B
De positie die iemand afdwingt
C
De positie die iemand automatisch krijgt
D
De positie die iemand formeel krijgt

Slide 17 - Quizvraag

Vrouwen in 1916 demonstreerden op straat omdat ze kiesrecht wilden. Is dit rolbevestigend of roldoorbrekend gedrag?
A
Rolbevestigend
B
Roldoorbrekend

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN Nederlandse basiswaarde?
A
Vrijheid
B
Respect
C
Gelijkwaardigheid
D
Solidariteit

Slide 19 - Quizvraag

Wat is sociale ongelijkheid?
A
Dat je op social media minder vrienden hebt dan een ander.
B
Dat je sociale leven best wel saai is.
C
Dat er een ongelijk verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen, kennis en politieke macht is.
D
Dat er sprake is van heel veel sociale contacten in je leven en dat is oneerlijk tegenover anderen.

Slide 20 - Quizvraag




Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van:
A
Roldoorbrekend gedrag
B
Rolbevestigend gedrag

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld van een rolpatroon?
A
Een bankdirecteur op de fiets.
B
Een vrouwelijke stratenmaker.
C
Een leraar die veel spelfouten maakt.
D
Een strenge politieagent.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een maatschappelijk probleem?
A
Veel mensen hebben ermee te maken.
B
Het probleem krijgt aandacht in de media.
C
Iedereen heeft er dezelfde mening over.
D
De overheid moet het probleem oplossen.

Slide 24 - Quizvraag

De Marokkaanse cultuur in Nederland is en ...................cultuur
A
Dominante cultuur
B
Sub cultuur
C
Tegen cultuur
D
Geen cultuur

Slide 25 - Quizvraag