Oefentoets schoolexamen Hs 1 & 2

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeken is:
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN maatschappelijk probleem
A
Discriminatie
B
Liefdesverdriet
C
Drugsgebruik
D
Criminaliteit

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijk probleem is bijv.
A
filles , vervuiling
B
auto's, criminaliteit , liefdseverdriet
C
vrienden, politiek
D
jongeren, media

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NIET
WAAR
WAAR
Economische binding heb je ook met ouders
Je familie bepaald tot welke groepen jij je verbonden voelt
Polarisatie is positief voor een samenleving
Cultuur is aangeleerd
Een sanctie betekend iemand straffen
Socialisatie kan altijd veranderen

Slide 5 - Sleepvraag

Door dubbel te klikken op de keuzes links en rechts is de tekst en kleur aan te passen naar wens
Welk gedrag is vooral aangeleerd?
A
Een jongen moet niezen
B
een baby huilt
C
Een meisje fietst
D
Een hardloper gaat zweten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Goed Engels kunnen spreken is aangeboren
2 Gevoel voor ritme is aangeleerd
A
1 is juist 2 is onjuist
B
1 is onjuist 2 is juist
C
1 is juist 2 is juist
D
1 is onjuist 2 is onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen kunnen alleen dingen leren door anderen na te doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand rookt niet omdat zij veel heeft gelezen over de gevaren van roken.
Hoe vindt haar socialisatie plaats?
A
Imitatie
B
Informatie
C
Ervaringen
D
Experimenteren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand leert de taal door de uitspraak van anderen goed na te doen. Hoe vindt hier socialisatie plaats?
A
Imitatie
B
Informatie
C
Ervaringen
D
Experimenteren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Socialisatie gebeurt op veel plekken. Welke is het belangrijkste voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
De overheid

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord ontbreekt in de zin?
De overheid maakt wetten. Zo heeft de overheid invloed op............
A
De cultuur
B
Het werk
C
De socialisatie
D
De aangeboren eigenschappen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woord ontbreekt in de zin?
Oudere broers en zussen helpen met......van jongere kinderen
A
De cultuur
B
Het werk
C
De socialisatie
D
De aangeboren eigenschappen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sociale controle:
A
Letten mensen op elkaars gedrag
B
Controleren mensen elkaars waarden
C
Verdedigt iedereen zijn belangen
D
Leer je aangeboren eigenschappen af

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn rolpatronen?
A
Rolpatronen zijn het zelfde als beeldvorming
B
rolpatronen geven aan welk gedrag verwacht wordt
C
Een rolpatroon is gekleurd behang
D
Rolpatronen zijn aangeboren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van roldoorbrekend gedrag?
A
Een ballerina die op kickboxen zit
B
Een burgemeester op Nikes
C
Een vader doe zijn dochter leer pianospelen
D
Een mannelijk cheerleader

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van een cultuur?
A
Gewoonten
B
Normen
C
Verschillen
D
Waarden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rolpatronen 
sociale controle 
sancties

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedrag wordt hier vertoond? Zijn er meer antwoorden goed?
A
rolbevestigend
B
roldoorbrekend
C
aangeleerd
D
aangeboren

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het gedrag van Roni Flex rolbevestigend of roldoorbrekend gedrag?
A
rolbevestigend
B
roldoorbrekend

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Roldoorbrekend
B
Rolbevestigend

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

sleep de juiste woorden naar het juiste plaatje welke normen en waarden horen bij elkaar?
Norm :niet liegen
Waarde: eerlijkheid
Norm : sociaal
waarde: vriendschap
Norm : groente eten
waarde: gezondheid

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoort bij:
eerlijkheid
gelijkheid
iemand doden mag niet
liegen mag niet
rechtvaardigheid
stelen mag niet
Normen of waarden?
waarden
waarden
waarden
normen
normen
normen

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Normen
Waarden
Normen of waarden?
Sleep naar normen of waarden.
Geduld
Iemand uitlachen is niet leuk.
Als je iets ergens van vindt, mag je dit zeggen
In de rij netjes wachten totdat je aan de beurt bent.
Vriendelijkheid
Vrijheid
Gelijkheid

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een subcultuur?
A
Een cultuur van een kleine groep mensen
B
Een cultuur van een grote groep mensen
C
Een cultuur van jongeren
D
Een cultuur van volwassenen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen behoort tot meerdere subculturen. Deze uitspraak is...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vroeger gingen kinderen hetzelfde werk doen als hun ouders. Tegenwoordig hebben jongeren daar geen zin in.
Dit verschil heeft te maken met:
A
De groep
B
De plaats
C
De tijd

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is tolerantie?
A
Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt
B
De normen en waarden van anderen accepteren
C
Je aan de wetten houden
D
Mensen in hokjes plaatsen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is socialisatie?
A
Het overdragen van regels, waarden en normen.
B
Er voor zorgen dat iemand goed kan communiceren.
C
Er voor zorgen dat iemand weet hoe die zich moet gedragen in de maatschappij.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf in je eigen woorden wat respect betekent

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg het begrip "tolerantie" uit in je eigen woorden

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een dominante cultuur en een subcultuur

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van sociale controle

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een maatschappelijk probleem 
geen maatschappelijk probleem
Er is maar één oplossing
Het probleem krijgt veel aandacht in de media
De politiek bemoeit zich met het probleem
Veel mensen hebben ermee te maken
Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
weinig mensen hebben ermee te maken
Het probleem krijgt  weinig aandacht in de media

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

30. Wat is genderneutraal?
A
A. Als mannen en vrouwen dezelfde kleding dragen.
B
B. Als er geen onderscheid gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen.
C
C. Als homo's, lesbiennes en biseksuelen geaccepteerd worden.
D
D. Als mannen en vrouwen compleet gelijk zijn.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen noemen we....?
A
Genderneutraal
B
Acceptatie
C
Roldoorbrekend
D
Gendernormen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is goed dat winkels genderneutrale spullen verkopen
A
Eens
B
Oneens

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijk probleem
Persoonlijk probleem
Ruzie met je vriend
Klimaatverandering
Huiswerk niet af
Lerarentekort
Coronabesmettingen
je moet in quarantaine

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

BeΓ―nvloeding
Socialisatie

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

socialisatie
socialiseren
identiteit
aanleren normen, waarden en gewoonten.
ouders, vrienden, media, school
De persoon die je bent

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de oefentoets gegaan?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 42 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer wil je halen voor deze toets?
010

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb vertrouwen in de toets
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Einde

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies