2.3

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Woordweb

2.3 De concurrentiepositie

Slide 2 - Tekstslide

Waarom zijn veel producten uit Azië goedkoper dan dezelfde producten uit Nederland?

Slide 3 - Open vraag

Concurrentiepositie

Slide 4 - Tekstslide

Concurrentiepositie
De positie ten opzichte van je concurrent om je product te verkopen, de concurrentiepositie wordt bepaald door de verkoopprijs, kwaliteit en service van je product.

Het doel is om je concurrentiepositie te verbeteren, zodat je meer kan verkopen en dus meer winst kan maken.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe verslechtert de concurrentiepositie?

Slide 6 - Woordweb

Hoe verslechtert de concurrentiepositie?
Stijgende kosten, bijvoorbeeld:
  • Loonkosten
  • Energiekosten
  • Inkoopkosten
  • Exportkosten (later hoofdstuk)
Dalende kosten bij de concurrent

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verbetert de concurrentiepositie?

Slide 8 - Woordweb

Hoe verbetert de concurrentiepositie?
Dalende kosten, zie slide 6.
Stijgende kosten bij de concurrent

Verhogen arbeidsproductiviteit (de productie per arbeider per gewerkt uur).
  • Investeren in machines (kapitaalintensiever werken)
  • Investeren in personeel (scholing)
  • Arbeidsverdeling (specialisatie)

    Verhogen productiviteit van machines
  • Verlenging bedrijfstijd

Slide 9 - Tekstslide

Hoger loon zorgt voor een
A
slechtere concurrentiepositie
B
betere concurrentiepositie

Slide 10 - Quizvraag

Een hogere arbeidsproductiviteit zorgt voor een:
A
betere concurrentiepositie, want er is meer productie
B
Betere concurrentiepositie, want de kosten per product dalen
C
Slechtere concurrentiepositie, want de kosten per product stijgen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is beter voor de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven?
A
Een krappe arbeidsmarkt
B
Een ruime arbeidsmarkt

Slide 12 - Quizvraag

Concurrentiepositie en werkloosheid
De concurrentiepositie heeft invloed op de werkloosheid in Nederland
  1. De lonen in Nederland dalen
  2. De loonkosten van Nederlandse bedrijven dalen
  3. De concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven verbetert
  4. De afzet van Nederlandse bedrijven stijgt
  5. De productie van Nederlandse bedrijven stijgt
  6. De vraag naar arbeid/de werkgelegenheid in Nederland stijgt
  7. De werkloosheid in Nederland daalt

Slide 13 - Tekstslide

Examenvraag
Je leert wat de concurrentiepositie is.
Je leert hoe de concurrentiepositie kan verbeteren of verslechteren.

Slide 14 - Tekstslide

Examenvraag
Je leert wat de concurrentiepositie is.
Je leert hoe de concurrentiepositie kan verbeteren of verslechteren.

Slide 15 - Tekstslide

Door de oorlog in Rusland stijgt de gasprijs die Nederland aan Rusland moet betalen. Dit kan leiden tot meer werkloosheid in Nederland. Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde.
1: De gasprijs stijgt
2: De concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven verslechtert
3: De stookkosten van Nederlandse bedrijven stijgen
4: De werkloosheid stijgt
5: De productie van Nederlandse bedrijven daalt
6: De afzet van Nederlandse bedrijven daalt
7: De vraag naar arbeid/werkgelegenheid in Nederland neemt af


A
1-2-3-5-6-7-4
B
1-3-2-5-6-7-4
C
1-2-3-6-5-7-4
D
1-3-2-6-5-7-4

Slide 16 - Quizvraag

Wat hebben we geleerd?

Slide 17 - Woordweb

Zelf oefenen
bladzijde 56+57 in je boek.

Slide 18 - Tekstslide