Oefenen goed/fout vragen urine en bloed

Oefenen goed/fout vragen urine en bloed
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen goed/fout vragen urine en bloed

Slide 1 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Bij nierfalen stijgt je s.g.

Slide 2 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Bij het nefrotisch syndroom is het eiwitgehalte in het bloed te hoog

Slide 3 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Creatinine is een afvalproduct van de eiwitstofwisseling

Slide 4 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Bij de kat is stress de voornaamste reden van cystitis

Slide 5 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Hematurie betekent leucocyten in de urine

Slide 6 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Gecastreerde reuen worden het makkelijkst incontinent

Slide 7 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
In nierdieet zitten minder eiwitten dan in een normaal dieet

Slide 8 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Bij nierfalen zie je wel vaker anemie

Slide 9 - Tekstslide

Goed is zitten, Fout is staan
Struviet komt voor bij een lage pH

Slide 10 - Tekstslide