Nierfalen

Casus Mevrouw de Vries

Mevrouw de Vries is een 68-jarige vrouw die al enige tijd bekend is met hypertensie (hoge bloeddruk) en diabetes mellitus type 2. Ze heeft regelmatig controle afspraken met haar huisarts en diëtist om haar bloeddruk en bloedsuikerspiegel te monitoren. Onlangs heeft mevrouw de Vries echter een verslechtering van haar algehele gezondheid ervaren. Ze voelt zich vermoeid, heeft weinig eetlust en merkt dat ze veel vocht vasthoudt.
Bij het meten van haar bloeddruk blijkt deze verhoogd te zijn, ondanks het feit dat ze haar medicijnen volgens voorschrift inneemt. Ook blijkt haar creatininegehalte in het bloed verhoogd te zijn.

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Casus Mevrouw de Vries

Mevrouw de Vries is een 68-jarige vrouw die al enige tijd bekend is met hypertensie (hoge bloeddruk) en diabetes mellitus type 2. Ze heeft regelmatig controle afspraken met haar huisarts en diëtist om haar bloeddruk en bloedsuikerspiegel te monitoren. Onlangs heeft mevrouw de Vries echter een verslechtering van haar algehele gezondheid ervaren. Ze voelt zich vermoeid, heeft weinig eetlust en merkt dat ze veel vocht vasthoudt.
Bij het meten van haar bloeddruk blijkt deze verhoogd te zijn, ondanks het feit dat ze haar medicijnen volgens voorschrift inneemt. Ook blijkt haar creatininegehalte in het bloed verhoogd te zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose: Nierfalen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over nierfalen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nieren hebben 5 hoofdfuncties:
  • Ze filteren afvalstoffen uit het bloed.
  • Ze halen overtollig vocht uit het bloed, en zorgen zo voor de vochthuishouding.
  • Ze zorgen ervoor dat het bloed precies de juiste hoeveelheid zouten en elektrolyten bevat (elektrolytenhuishouding).
  • Ze zorgen dat het bloed precies de juiste pH-waarde heeft: niet te zuur en niet te basisch (zuur-basen-huishouding).
  • Ze produceren een aantal belangrijke hormonen: erytropoëtine, renine en calcitrol.




Slide 4 - Tekstslide

1. Filtratie van Bloed:
De nieren ontvangen ongeveer 20% van het bloed dat van het hart komt via de nierslagaders.
In de nieren bevinden zich kleine structuren genaamd nefronen, die verantwoordelijk zijn voor het filteren van het bloed.
Het bloed wordt gefilterd om afvalstoffen, overtollige zouten, water en andere ongewenste stoffen te verwijderen.
2. Vorming van Urine:
De gefilterde stoffen vormen een vloeistof genaamd urine.
Urine wordt geproduceerd in de nieren en stroomt vanuit de nieren naar de urineleiders, die het naar de blaas transporteren voor opslag.
3. Water- en Elektrolytenbalans:
De nieren reguleren de hoeveelheid water in het lichaam door de reabsorptie van water te regelen. Dit helpt de bloeddruk en het bloedvolume te handhaven.
Ze spelen een rol bij de regulatie van elektrolyten zoals natrium, kalium en calcium in het bloed.
4. Zuur-Base Balans:
De nieren reguleren de zuurgraad (pH) van het bloed door waterstofionen en bicarbonaat te regelen.
5. Hormoonproductie:
De nieren produceren hormonen zoals renine, dat betrokken is bij de regulatie van de bloeddruk.
Ze produceren ook erytropoëtine, dat de productie van rode bloedcellen in het beenmerg stimuleert.
6. Ontgifting en Uitscheiding van Afvalstoffen:
Afvalstoffen zoals ureum en creatinine, die ontstaan als bijproducten van de stofwisseling, worden uit het bloed gefilterd en uitgescheiden in de urine.
7. Bloeddrukregulatie:
De nieren spelen een cruciale rol bij het handhaven van een gezonde bloeddruk door de afgifte van renine en de regulatie van het bloedvolume.
8. Reactie op Hormonale Signalen:
De nieren reageren op hormonale signalen, zoals die van het antidiuretisch hormoon (ADH), om de waterreabsorptie te reguleren en de concentratie van de urine aan te passen.
In het kort zijn de nieren essentieel voor het filteren van het bloed, het handhaven van de juiste balans van water en elektrolyten, het reguleren van de zuurgraad van het bloed en het uitscheiden van afvalstoffen. Ze dragen ook bij aan de regulatie van bloeddruk en de productie van rode bloedcellen. De complexe functies van de nieren maken ze van vitaal belang voor de algehele gezondheid en homeostase van het lichaam.
En natuurlijk zorgen de nieren uiteindelijk voor de productie van urine:
  • Water, dit is ongeveer 95% van de urine
  • Zouten, onder andere NaCl (keukenzout)
  • Ureum, afvalstoffen die de lever vormt bij de afbraak van eiwitten
  • Vitaminen die te veel zijn opgenomen
  • Onbruikbare stoffen zoals kleurstoffen bijvoorbeeld van rode bietjes maar ook resten van geneesmiddelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niermerg
Urineleider
Nierslagader
Nierkapsel

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie nierfalen
  • Nierfalen: Een aandoening waarbij de nieren hun functies niet meer kunnen uitvoeren
  • Acuut nierfalen: Plotseling optredend nierfalen veroorzaakt door factoren zoals lage bloeddruk, nierweefselbeschadiging of urineafvoerproblemen
  • Chronisch nierfalen: Langzaam ontwikkelend nierfalen veroorzaakt door factoren zoals nierziekten, hoge bloeddruk, diabetes en aangeboren afwijkingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierfalen 
Een andere manier om nierfalen in te delen is om te kijken naar de oorzaak in combi met waar in/rond de nieren het dan fout gaat.

  • Pre renaal -> oorzaak voor de nieren, nieren zijn gezond maar de nier krijgt onvoldoende bloed om urine van te maken (bv hartfalen)
  • Renaal -> oorzaak in de nieren
  • Post renaal -> oorzaak na de nieren (in urinewegen) er is sprake van een obstructie of blokkade van het afvoersysteem van urine

 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van nierfalen
  • Acuut nierfalen: lage bloeddruk, nierweefselbeschadiging of urineafvoerproblemen
  • Chronisch nierfalen: nierziekten, hoge bloeddruk, diabetes en aangeboren afwijkingen
  • Sepsis (daardoor orgaanfalen)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht 
Omschrijf zelf het verschil tussen acuut- en chronisch nierfalen en benoem voorbeelden erbij
Na 5-10 minuutjes gaan we het klassikaal bespreken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acuut nierfalen
Chronisch nierfalen
Verloop
Plots
Minstens 3 mnd
Gevolgen
Meestal omkeerbaar
Toenemende verminderde functie
Behandeling
Snelle behandeling vereist
Oorzaak
- te weinig bloed naar nieren
- Beschadiging nieren
- Verstopping urinewegen
Hoge bloeddruk/suikerziekte
Ergste geval
Overlijden
Soorten nierfalen + oorzaken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van nierschade
  • Hoge bloeddruk
  • Jeuk
  • Spierkramp
  • Hartritmestoornissen door teveel kalium
  • Vochtophoping/oedeem
  • Vermoeidheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostische methoden voor nierschade
  • Bloedonderzoek
  • Urineonderzoek
  • Beeldvormend onderzoek
  • Nierbiopsie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedonderzoek:
Wat wordt er NIET geprikt bij onderzoek naar nierschade
A
HB
B
Leukocyten
C
Glucose
D
Creatinine

Slide 14 - Quizvraag

Hemoglobine (Hb). Dit eiwit zorgt voor het transport van zuurstof in het lichaam. Bij nierschade kan het hemoglobinegehalte dalen.

Creatinine. Dit is een afvalstof die ophoopt in het bloed als de nieren niet goed werken.

Bloedsuiker (glucose). Een hoge bloedsuiker kan betekenen dat iemand diabetes heeft. Door te hoge bloedsuikers bij diabetes kunnen de nieren beschadigd raken.
Bloedonderzoek

Ureum (afvalstof)

Creatinine (afvalstof)
e-GFR (schatting hoeveel procent de nieren nog werken)




Slide 15 - Tekstslide

Ureum is een stof die ontstaat in de lever door de verbranding van eiwitten. Bij de verbranding van eiwitten komt het stikstof vrij in de vorm van ureum. Het wordt uit het bloed gefiltreerd door de nieren, een deel wordt daarna weer opgenomen in het lichaam de rest komt in de urine terecht.

Kreatinine. Dit is een afvalstof die ophoopt in het bloed als de nieren niet goed werken.


Wat kan urineonderzoek bij nierschade aantonen?
A
Verhoogde eiwitconcentratie
B
Bloeddruppels in urine
C
Verhoogde suikerconcentratie
D
Verlaagde pH-waarde

Slide 16 - Quizvraag

Eiwitten. Als de filters in uw nieren beschadigd zijn, kunnen er eiwitten doorheen lekken. Die eiwitten komen in uw urine terecht.

Bloed. Als uw nierfilters ontstoken zijn, kan er bloed in uw urine zitten.
Urine onderzoek
Via een dipstick kan een arts snel zien of er eiwitten in de urine zitten.



In het laboratorium wordt daarna gemeten hoeveel eiwitten dit precies zijn. Daarvoor kijkt de laborant naar de hoeveelheid albumine en de hoeveelheid creatinine in de urine: de ACR, albumine-creatinine-ratio. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldvormend onderzoek
  • Echo
  • CT-scan
  • MRI-scan

Om te kijken of er afwijkingen zijn aan nieren, blaas of urinewegen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingsopties voor nierfalen
  • Voorkomen van verder nierfunctieverlies (leefstijl)
  • Verkleinen van de kans op hart- en vaatziekten
  • Medicatie
  • Nierdialyse 
  • Peritoneaal dialyse 
  • Transplantatie 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij het dieet van een zorgvrager met nierfalen?
A
Weinig koolhydraten
B
Veel eiwitten
C
Weinig vet
D
Weinig zout

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl bij nierfalen
  • Dieet: Zoutarm, eiwitarm
  • Bewegen
  • Niet roken
  • Alcohol zeer beperkt

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie
  • Bloeddrukverlagers:   ACE-remmer, angiotensine 2-antagonist of een andere bloeddruk-verlager.
  • Medicijnen om hart- en vaatziekten te voorkomen.
      (Met nierschade is er meer kans op hart- en vaatziekten, daarom worden          er  ook  vaak medicijnen tegen de andere risico’s voor hart- en                               vaatziekten  voorgeschreven, zoals te hoog cholesterol)
  • Bij ernstige nierschade kan er bloedarmoede ontstaan. Evt worden er ijzerpillen voorgeschreven. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht 
Ga op zoek naar informatie over Nierdialyse, Peritoneaal dialyse en Niertransplantatie, denk aan Indicatie, wat gaat er gebeuren, risico's, na de ingreep... etc
Na 10-15 minuutjes gaan we het klassikaal bespreken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragende voornaamwoorden
  • Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vrag.vnw):
    wie, wat, welk(e), wat voor (een).

  • Een vrag.vnw staat meestal aan het begin van een vraag. Welke spieren train je met hardlopen?

  • Wanneer een vrag.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan.

    Weet jij wie er morgen op je verjaardag komen
    Wie komen er vanavond op je verjaardag, weet jij dat?
    Wie = vragend voornaamwoord



Heb je nog vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 functies van de nieren

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee symptomen van nierfalen
A
Hoge bloeddruk, meer urineproductie
B
Lage bloeddruk, meer urineproductie
C
Hoge bloeddruk, minder urineproductie
D
Lage bloeddruk, minder urineproductie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak van acuut nierfalen
A
Lage bloeddruk
B
Diabetes
C
Weinig bewegen
D
Ongezond eten

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostische methoden voor nierfalen
A
Nierbiopsie
B
Endoscopie
C
CT-scan
D
Kijkoperatie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingsdoel en opties voor nierfalen

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies