democratie

Macht




Maatschappijleer BK 3 - les 1
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Macht




Maatschappijleer BK 3 - les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen democratie, dictatuur, rechtsstaatoverheid, macht en machtsmiddel. (R)
...weet je wat de kenmerken van een democratie en dictatuur zijn. (R)
...kan je uitleggen wat het verschil is tussen een democratie en dictatuur. (T1)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:44
Is Cuba een dictatuur of een democratie?
A
Dictatuur
B
Democratie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:04
Waarom maakt de regering het internet zo duur voor de Cubaanse burgers?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Ruim 2500 jaar geleden bedachten de Grieken in Athene het idee democratie. Wanneer politici iets moesten beslissen, haalden ze alle Atheense burgers (let wel: mannen) erbij om een besluit te nemen. 
politici
Personen (mannen/vrouwen) die zich dagelijks bezig houden met de politiek.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Ons woord voor democratie komt dus uit het Grieks. Het bestaat uit twee woorden:
  • Demos = volk
  • Kràtos = regeren
Samen betekent democratie dus: het volk regeert. 
democratie
De macht ligt bij de burgers van een samenleving. Bijvoorbeeld: In Nederland kiezen burgers over hun bestuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent democratie letterlijk?
A
Het volk regeert
B
Het volk besluit
C
De koning regeert
D
De dictator besluit

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang geleden werd de eerste democratie bedacht?
A
Ongeveer 500 jaar geleden.
B
Ongeveer 1000 jaar geleden.
C
Ongeveer 2000 jaar geleden.
D
Ongeveer 2500 jaar geleden.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie in Nederland
Sinds 1848 is er in Nederland een democratie. De koning stond toen zijn macht af aan het volk. Dit werd vastgelegd in de grondwet. Maar pas vanaf 1919 werd de democratie voor iedereen. Vanaf die tijd mochten mannen én vrouwen vanaf 18 jaar stemmen. 
grondwet
Belangrijkste wet van een land. Hierin staan de rechten en plichten van de burgers en de overheid.
macht
De mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Via deze link ga je naar een korte clip (2:33 minuten) over de grondwet van Thorbecke (1848).
Waarom was de grondwetswijziging van 1848 belangrijk voor de Nederlandse democratie?
Vanaf 1848 mogen ...

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom denk jij dat het tot 1919 duurde voordat ook vrouwen mochten stemmen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een grondwet?
A
Dat zijn alle wetten van een land.
B
Dat is de belangrijkste wet van een land.
C
Daarin staan de plichten van de burgers.
D
Daarin staan de rechten en plichten van burgers.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in een grondwet?
A
De rechten en plichten van de burgers.
B
De rechten en plichten van de overheid.
C
De plichten van de burgers en overheid.
D
De rechten én plichten van de burgers en overheid.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie in Nederland
Mensen die van politiek hun werk maken, noemen we politici. Zij vertegenwoordigen het volk en worden ook wel volksvertegenwoordigers genoemd. Zij zijn onderdeel van de Nederlandse overheid. Iedereen kan zich aansluiten bij een politieke partij, of er zelf een oprichten.  Door je verkiesbaar te stellen kan je een volksvertegenwoordiger worden. 
volksvertegenwoordiger
Iemand die namens jou stemt op wetsvoorstellen. Deze persoon vertegenwoordigd jou in de politiek.
politici
Personen (mannen/vrouwen) die zich dagelijks bezig houden met de politiek.
verkiesbaar
Dat mensen op jou kunnen stemmen tijdens verkiezingen. 
overheid
Personen of lichamen (zoals het parlement of de gemeente) waaraan de macht is toevertrouwd. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Democratie in Nederland
In het oude Athene konden mensen door hun hand op te steken meteen beslissen over wetten. In Nederland leven we nu met 17 miljoen mensen. Dus niet iedereen kan op die manier meebeslissen. Toch is Nederland een democratie, omdat het volk invloed heeft op de politiek. 
democratie
De macht ligt bij de burgers van een samenleving. Bijvoorbeeld: In Nederland kiezen burgers over hun bestuur.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlementaire democratie 
Omdat de burgers eerst stemmen op volksvertegenwoordigers, die vervolgens weer stemmen op wetsvoorstellen, is Nederland een parlementaire democratie. Onze volksvertegenwoordigers zitten namelijk in het parlement. Hierdoor is Nederland ook een rechtsstaat
parlementaire democratie
Een land waarin wetten worden gemaakt door het parlement. De leden van het parlement worden gekozen door de burgers.
parlement
De volksvertegenwoordiging bestaande uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. In het parlement wordt beslist over wetten en de regering gecontroleerd.
rechtsstaat
Een land waarin de rechten en plichten van burgers én van de overheid in de grondwet zijn vastgelegd en ook worden nageleefd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemen we Nederland een parlementaire democratie?

Slide 20 - Open vraag

Nederland is een parlementaire democratie, omdat de volksvertegenwoordigers in het parlement zitten en zij de hoogste macht hebben.
In Nederland kunnen niet 17 miljoen mensen beslissen over één wet. Waarom is Nederland dan toch een democratie?

Slide 21 - Open vraag

Nederland is een parlementaire democratie, omdat de volksvertegenwoordigers in het parlement zitten en zij de hoogste macht hebben.
Waarom is een grondwet belangrijk voor een rechtsstaat?

Slide 22 - Open vraag

In een rechtsstaat zijn alle rechten en plichten van de burgers en overheid in de grondwet vastgelegd. Zonder grondwet is er dus ook geen rechtsstaat mogelijk.





Democratie in de wereld
democratie index
De democratie-index is een ranglijst van landen samengesteld door de Economist Intelligence Unit, onderdeel van The Economist Group, het bedrijf dat onder meer het weekblad The Economist uitgeeft. De rangorde gaat oplopend van 1 (grote democratische vrijheid) tot boven de 150 (zwaar onderdrukkende dictaturen). De ranglijst bestaat uit 167 landen, vaak aangevoerd door een Scandinavisch land (meestal Noorwegen; Zweden in 2006 en 2008) en afgesloten met Noord-Korea dat als minst democratisch wordt beschouwd.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:22
Wat is een dictatuur?
A
Een land waarin het volk de macht heeft.
B
Een land waarin er grondrechten zijn.
C
Een land waarin één persoon de macht heeft.
D
Een land waarin een koning de macht deelt met het parlement.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:32
Hoeveel dictaturen zijn er (nog) in de wereld?

Slide 26 - Open vraag

Er zijn (nog) 50 dictaturen in de wereld. Deze liggen vooral in Afrika en Azië. 
Sommige landen (zoals op de index te zien is) hebben een hybride systeem, waarbij het bestuur geen echte dictatuur genoemd kan worden. 
Dictatuur
Landen waar burgers minder vrij zijn en ook niet mogen meebeslissen, noemen we een dictatuur. Met aan het hoofd vaak een dictator. 
In een dictatuur gebruikt de dictator verschillende machtsmiddelen om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
dictatuur
Regeringsvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen. 
- Er zijn géén eerlijke verkiezingen.
- Er zijn géén vrijheden.
- Opvolging wordt door de dictator zelf besloten.
- Belangrijke banen worden toevertrouwd aan familie of loyalen.
- Er zijn strenge straffen. 
machtsmiddelen
Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden:
- je functie of beroep.
- je kennis en vaardigheden.
- je aanzien of status.
- je overtuigingskracht.
- de hoeveelheid geld dat je hebt. 
- het aantal mensen dat gezamenlijk iets wilt.
- toegang tot de media.
- toegang tot invloedrijke personen of politici.
- het gebruik van geweld.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat een dictatuur is.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk machtsmiddel zou een dictator vaak gebruik maken?
A
Zijn kennis of vaardigheden.
B
Het gebruik van geweld.
C
Zijn overtuigingskracht.
D
Het aantal mensen dat gezamenlijk iets wilt.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democatie vs. Dicatuur
Kenmerken
Democratie
Dictatuur
1
Vrije en geheime verkiezingen.
Geen verkiezingen. Als die wel worden gehouden zijn deze niet eerlijk.
2
Grondrechten die vastgelegd zijn in een grondwet.
Géén grondrechten en géén vrijheden.
3
Opvolging is besluit van het volk (d.m.v. verkiezingen).
Opvolging wordt besloten door de dictator.
4
Belangrijke banen voor de persoon die daar het meest geschikt voor is.
Belangrijke banen verdeeld over familie en vertrouwelingen.
5
Wat wel en niet mag staat in de wet. Straffen zijn in handen van de rechter.
Strenge straffen. Politie en leger controleren snel en pakken snel mensen op.
grondrecht
De belangrijkste rechten van de burger die zijn vastgelegd in de grondwet. Denk aan: vrijheid van meningsuiting, persvrijheid (dat je alles mag zeggen wat je wil), etc.

Slide 30 - Tekstslide

Laat leerlingen dit als aantekening overschrijven, want ze hebben dit nodig voor de extra vragen uit de quiz die ze thuis moeten maken. 
Wat is een voorbeeld van een grondrecht?
A
Het recht op vrijheid van meningsuiting.
B
Het recht op persvrijheid.
C
Het recht om naar school te gaan.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén kenmerk van een dictatuur?
A
Er zijn géén grondrechten.
B
Er is één persoon aan de macht.
C
Er zijn eerlijke verkiezingen.
D
Er zijn strenge straffen.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie of dictatuur?
De koning en zijn familie hebben alle macht.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk kenmerk van de dictatuur past:
De koning en zijn familie hebben alle macht.

Slide 34 - Open vraag

Kenmerk 3: De dictator beslist de opvolging zelf.
Kenmerk 4: belangrijke banen worden verdeeld over familieleden of loyalen.
Democratie of dictatuur?
Burgers mogen meestemmen over alle wetten.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie of dictatuur?
Bij de nationale verkiezingen gaan alle stemmen naar de politieke partij van de leider.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk kenmerk van de dictatuur past:
Bij de nationale verkiezingen gaan alle stemmen naar de politieke partij van de leider.

Slide 37 - Open vraag

Kenmerk 1: er zijn geen eerlijke verkiezingen.
Democratie of dictatuur?
Mensen met kritiek op de regering worden zonder eerlijk proces gevangen genomen.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk kenmerk van de dictatuur past:
Mensen met kritiek op de regering worden zonder eerlijk proces gevangen genomen.

Slide 39 - Open vraag

Kenmerk 5: er wordt streng gestraft. 
Democratie of dictatuur?
Iemand mag in een krant schrijven dat hij vindt dat minister-president Rutte de COVID maatregelen te soft aanpakt.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie of dictatuur?
Voor de aanleg van een dam moeten twee miljoen mensen verhuizen. Zij krijgen hiervoor geen vergoeding.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk kenmerk van de dictatuur past:
Voor de aanleg van een dam moeten twee miljoen mensen verhuizen. Zij krijgen hiervoor geen vergoeding.

Slide 42 - Open vraag

Kenmerk 2: er zijn geen vrijheden.
Kenmerk 4: belangrijke banen worden onderling verdeeld.
Democratie of dictatuur?
Je mag de overheid aanklagen als je het niet eens bent met een beslissing.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie of dictatuur?
Je mag in de krant geen slechte dingen schrijven over de overheid.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk kenmerk van de dictatuur past:
Je mag in de krant geen slechte dingen schrijven over de overheid.

Slide 45 - Open vraag

Kenmerk 2: er zijn geen vrijheden.
Democratie of dictatuur?
Iedereen mag een partij oprichten om mee te doen aan de verkiezingen.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie of dictatuur?
Rechters zijn onafhankelijk en kunnen niet snel worden ontslagen.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
In een dictatuur wordt er veel gebruik gemaakt van propaganda om burgers te beïnvloeden. Dit is een soort reclame die gebruikt wordt om het volk te laten geloven in het standpunt van de dictator. 
Wanneer in toespraken, liedjes, posters en films dezelfde positieve boodschap over de dictator wordt herhaald, gaan mensen hier ook in geloven.
propaganda
Politieke reclame om de boodschap van een dicator te verspreiden. Wanneer in toespraken, liedjes, posters en films dezelfde positieve boodschap over de dictator wordt herhaald, gaan mensen hier ook in geloven.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:06
Leg uit hoe de kinderen in Noord-Korea vanaf jonge leeftijd worden beïnvloed.

Slide 51 - Open vraag

Uit het antwoord van de leerling moet blijken dat de kinderen van jongs af aan respect moeten hebben voor de leider. Ze moeten buigen. Ook het lied dat de kinderen zingen geeft aan dat deze vanaf jonge leeftijd geïndoctrineerd worden.
02:12
Waarom is het voor een dictator belangrijk dat kinderen vanaf jonge leeftijd beïnvloed worden?

Slide 52 - Open vraag

Uit het antwoord van de leerling moet blijken dat kinderen die op een jonge leeftijd worden beïnvloed, deze invloeden op latere leeftijd meenemen en blijven houden.