20231130 Mask BASHAVOLJ4 en 5HK vwo leerjaar 1 Thema's 3.1

BASVWO
Maatschappijleer
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVWO
Maatschappijleer
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappijleer

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Planning vwo

30-11: 3.1 Wat is democratie?

07-12: 3.2 Politieke stromingen +
3.3 Politieke partijen

14-12: 3.4 Verkiezingen

21-12: 3.5 Regering en parlement +
3.6 Invloed op politieke besluiten











11-01: 3.7 Gemeente en provincie +
3.8 Internationale politiek

18-01: 3.9 Denken over democratie

25-01:  Feedback en bespreking ingeleverde praktische opdrachten + Examenopgaven en herhaling oefentoets en vragen bespreken

Toetsweek 2: ma 29-01 t/m vrij 02-02



Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel vwo 30-11: 
We leren:
3.1 Wat is democratie?

  • 3.1.1 Wereld bedekt met staten
  • 3.1.2 Het belang van politiek
  • 3.1.3 Democratie
  • 3.1.4 Autoritaire regimes




3.1 Wat is democratie:

opdrachten 01 - 13

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Wat is democratie?

Slide 7 - Tekstslide

Vraag bij deze paragraaf:
Wat verstaan we onder politiek en waarin verschillen democratieën van autoritaire regimes?

In deze paragraaf:
3.1.1 Wereld bedekt met staten
3.1.2 Het belang van politiek
3.1.3 Democratie
3.1.4 Autoritaire regimes

Slide 8 - Tekstslide

Zelfwerktijd 30-11

vwo: Les 3.1 pagina 64:
vraag 01 - 03






timer
5:00
3.1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 9 - Tekstslide

3.1.1 Wereld bedekt met staten
1648: Vrede van Münster (Vrede van Westfalen).

Soevereiniteit: Wanneer een staat op duidelijk, begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent en het geweldsmonopolie heeft.

Thomas Hobbes (zie 2.1): soevereine staat met soeverein vorst is nodig om ‘oorlog van allen tegen allen’ te voorkomen.



Slide 10 - Tekstslide

3.1.2 Het belang van politiek
Politiek: Het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden.

De politiek maakt overheidsbeleid en voert dit beleid uit om maatschappelijke problemen op te lossen.


 

Slide 11 - Tekstslide

Dilemma
Efficiënt besturen        <        >        Maximale participatie

 Wil je daadkrachtig kunnen besturen, of de burger meer invloed geven in het democratische besluitvormingsproces?

 

Slide 12 - Tekstslide

3.1.3 Democratie
De Griekse oudheid kent de eerste vorm van een directe democratie.
De naam democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren).






Opdracht:
Komt directe democratie in Nederland nog voor? Leg uit waarom wel of niet.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Directe democratie

Slide 15 - Tekstslide

Directe democratie

Slide 16 - Tekstslide

3.1 Wat is democratie?

Slide 17 - Tekstslide

Zelfwerktijd 30-11

vwo: Les 3.1 pagina 64:
vraag 04 - 06






timer
5:00
3.1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Representatieve democratie 
(=indirecte democratie)
Nederland kent een representatieve democratie.

Representatieve democratie: Het volk kiest de volksvertegenwoordigers die met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen.

Voordelen:
Er hoeft niet door de hele bevolking over elk onderwerp gestemd te worden.
Verschillende instituties controleren elkaar (trias politica).

Slide 20 - Tekstslide

Andere kenmerken democratie
  • Er is individuele vrijheid.
  • Er gelden politieke grondrechten.
  • Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden.
  • De rechtspraak is onafhankelijk.
  • Er is persvrijheid.

Slide 21 - Tekstslide

Vrije media

Slide 22 - Tekstslide

Parlementair stelsel
  • Gekozen parlement is hoogste orgaan.
  • Uitvoerende macht wordt gekozen door parlement en moet verantwoording afleggen aan parlement.
  • Staatshoofd is meestal niet gekozen en heeft beperkte macht.

Slide 23 - Tekstslide

Presidentieel stelsel

  • Volk kiest parlement én president.
  • President heeft veel politieke macht.
  • President is hoofd van de regering en kan ministers benoemen en ontslaan.
  • Om macht te beperken heeft de president meestal niet het ontbindingsrecht: het recht om het parlement te ontbinden.

Slide 24 - Tekstslide

Zelfwerktijd 30-11

vwo: Les 3.1 pagina 65 - 66:
vraag 07 - 09






timer
5:00
3.1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 25 - Tekstslide

Democratie en de grondwet
In de grondwet zijn vastgelegd:

  • De taken en bevoegdheden van de drie machten.
  • Politieke grondrechten.
  • Regels voor politieke besluitvorming.
  • Media zijn vrij en de overheid moet ervoor zorgen dat ze over de juiste informatie beschikt.

Slide 26 - Tekstslide

Persvrijheid

Vraag: Waarom is persvrijheid cruciaal in een democratie?

Slide 27 - Tekstslide

3.1.4 Autoritaire regimes

Autoritair regime: Staatsvorm waarbij de drie machten niet gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen zijn.

 In een dictatuur vindt indoctrinatie plaats. Sommige landen hebben zowel dictatoriale als democratische kenmerken. Zoals Turkije. Rusland past niet in dit plaatje.

 

Slide 28 - Tekstslide

Is Turkije een dictatuur?

  1. Noem een democratisch kenmerk van Erdogans manier van regeren.


  2. Noem een kenmerk dat past bij een dictatuur

Slide 29 - Tekstslide

3.1 Wat is democratie?

Slide 30 - Tekstslide

Vormen van dictatuur
Ideologische dicataturen: Bijvoorbeeld gericht op het communistische gedachtegoed. Voorbeeld: Noord-Korea.


Religieuze dicataturen: Dictatuur waar wetgeving door religie wordt ingegeven. Voorbeeld: Iran.

Militaire dicataturen:  Dictatuur waarbij de macht duidelijk bij het leger ligt.
Voorbeeld: Myanmar (Birma).


Slide 31 - Tekstslide

Vormen van dictatuur
China: Xi Jinping

Syrië: Assad

Noord-Korea: 
Kim Jong-un

Saoedi-Arabië:
Salman bin Abdoel Aziz al-Saoed

Loekasjenko

Wit-Rusland: Loekasjenko

Venezuela: Maduro

Slide 32 - Tekstslide

Democratie en dicatuur


http://www.npo.nl/democratie-en-dictatuur/18-03-2014/WO_NTR_662905

Opdracht:
Noem vier kenmerken van een dictatuur

 

Slide 33 - Tekstslide

Kenmerken dictatuur

  1. Een machtenscheiding ontbreekt.
  2. Geen onafhankelijke rechtspraak.
  3. Grondrechten worden niet gerespecteerd.
  4. Oppositiepartijen zijn vaak verboden.
  5. Er is overheidsgeweld. Leger en politie zijn machtig.
  6. Bij verkiezingen is er vaak sprake van fraude, geweld.
  7. Er bestaat geen vrije pers. Censuur.

Slide 34 - Tekstslide

Zelfwerktijd 30-11

vwo: Les 3.1 pagina 66 - 68:
vraag 10 - 13






timer
10:00
3.1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 35 - Tekstslide

Hoe democratisch is de wereld?

Slide 36 - Tekstslide

Video China

Opdracht: Benoem kenmerken van een autoritair regime die je in dit videofragment over China herkent.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Terugblik vwo 30-11:
We hebben geleerd:
3.1 Wat is democratie?

  • 3.1.1 Wereld bedekt met staten
  • 3.1.2 Het belang van politiek
  • 3.1.3 Democratie
  • 3.1.4 Autoritaire regimes




3.1 Wat is democratie:

opdrachten 01 - 13

Slide 39 - Tekstslide