6.2 + 6.3

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

  • Vragen 6.1
  • Leerdoelen 6.2
  • uitleg 6.2
  • Zelf aan de slag
  • Bespreken
  • Uitleg 6.3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vicieuze cirkel kloppend
Armoede
Laagbetaald werk
Alle gezinsleden moeten geld verdienen
Kinderen gaan niet naar school
Weinig scholing

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Aan het einde van de les ken ik de kenmerken van ontwikkelingslanden.
  • Aan het einde van de les weet ik wat de oorzaken van een economische achterstand zijn van ontwikkelingslanden.
  • Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat de gevolgen van een economische achterstand zijn voor ontwikkelingslanden
  • Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat ruilvoet is.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Wat is een ontwikkelingsland?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken ontwikkelingslanden
Kenmerk = waaraan je iets herkent


  • Veel werkloosheid
  • Ondervoeding
  • Snelle bevolkingsgroei
  • Veel analfabetisme (niet kunnen lezen en schrijven)
  • Weinig technische ontwikkeling
  • Vooral landbouw en kleine fabriekjes





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Monocultuur 
  • een land heeft maar een of twee producten die het kan verbouwen. Wanneer de vraag hierna wegvalt, of de prijs daalt heb je een probleem
Monocultuur

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken armoede
  • Slechts onderwijs
  • Slechte infrastructuur (wegen, internet, luchthavens)
  • Te veel mensen (bevolkingsgroei)
  • Overheid  veel schulden (lenen, lenen, lenen, geld bijdrukken, drukken)
  • Protectiemaatregelen rijke westerse landen 
  • Natuurrampen, burgeroorlogen, corruptie, hebberige leiders






Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen voor ontwikkelingslanden

Gevolgen ontwikkelingslanden:

  • Veel armoede
  • Hoge werkloosheid
  • Lage levensverwachting

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Basis: 2,3,4,6,7,8,10
Kader: 2,3,4,5,7,9,10,11.
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent

Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot,

Slide 12 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
6.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • uitleggen wanneer noodhulp wordt gegeven. 
  • uitleggen dat structurele hulp belangrijk is voor economische groei in een ontwikkelingsland. 
  • benoemen hoe ontwikkelingslanden geld kunnen lenen. 
  • uitleggen wat er met ontwikkelingssamenwerking wordt bedoeld.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noodhulp
Noodhulp = hulp bij natuurrampen of oorlogen door het leveren van bijvoorbeeld:
  • voedsel
  • drinkwater
  • medicijnen
  • dekens
  • tenten

Noodhulp geven is soms lastig door:
  • conflicten tussen bevolkingsgroepen
  • een slechte infrastructuur


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp voor economische groei
Een rijk land kan een arm land voor een langere tijd helpen om de economie te verbeteren.


Hulp gericht op het economisch zelfstandig worden van een ontwikkelingsland 
= structurele hulp



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld lenen 
Een rijk land kan:
  • direct hulp bieden
  • hulp bieden via internationale organisaties zoals de Wereldbank. Zij helpen met leningen tegen gunstige voorwaarden:
                  --> lage rente
                  --> langere aflossingsperiode.

Hulporganisaties, zoals Oxfam Novib, kunnen aan inwoners microkredieten verstrekken: 
Dat zijn kleine leningen om een bedrijf te starten


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen zijn we sterker
Ontwikkelingssamenwerking = samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden om ontwikkelingslanden economisch zelfstandig te maken.


Nederland steunt ontwikkelingslanden met onder andere:
  • materialen, zoals landbouwmachines en waterinstallaties
  • opleidingen in de gezondheidzorg
  • hulp aan bedrijven


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Basis: 2,3,5,6,8,9,11.
Kader: 2,3,5,6,8,10.
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent

Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 18 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 2 blz 178:

a Kies het juist woord.

Noodhulp voorziet vooral in de basisbehoeften / overige behoeften na een ramp.
A
basisbehoeften
B
overige behoeften

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 179:

De Nederlandse overheid geeft € 160 miljoen uit voor een klimaatfonds dat
ontwikkelingslanden helpt in de strijd tegen klimaatverandering.

Dit is een voorbeeld van noodhulp / structurele hulp.
A
noodhulp
B
structurele hulp

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 181:

De hulp van rijke landen aan ................. noem je ................................
Daarmee kan de ............................ in arme landen worden vergroot.
A
ontwikkelingslanden, welvaart, ontwikkelingssamenwerking
B
ontwikkelingslanden, ontwikkelingssamenwerking, welvaart
C
ontwikkelingssamenwerking, welvaart, ontwikkelingslanden
D
welvaart, ontwikkelingslanden, ontwikkelingssamenwerking

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies