Economie H1 3 mavo samenvatting 1.1-1.2

Economie H1
24 VRAGEN

Vul je antwoorden in op het scoreformulier
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Economie H1
24 VRAGEN

Vul je antwoorden in op het scoreformulier

Slide 1 - Tekstslide

Par 1.1
Vraag 1 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide

1) Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?
A
Goederen die noodzakelijk zijn
B
Diensten die primair zijn
C
Geld om in je behoeften te voorzien
D
Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Slide 3 - Quizvraag

2) Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Overige behoeften

Slide 4 - Quizvraag

3) Secundaire behoeften zijn
(meerdere antwoorden zijn goed):
A
Playstation 5
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 5 - Quizvraag

4) Wat is NIET schaars?
A
Elektriciteit
B
Gas uit je gaspit in de keuken
C
Zonlicht
D
Brood

Slide 6 - Quizvraag

5) Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door iemand anders

Slide 7 - Quizvraag

6) Waarvoor geen middelen ingezet hoeven te worden om ze te verkrijgen.
A
Schaars
B
Vrij goederen
C
Welvaart
D
Zelfvoorziening

Slide 8 - Quizvraag

Par. 1.2
Vraag 7 t/m 12

Slide 9 - Tekstslide

7) Wat is sociale beïnvloeding?
A
Je wordt beïnvloed door de vrienden en familie
B
Reclame via een poster is commerciële beïnvloeding.
C
Je wordt beïnvloed door docenten
D
Je kunt zelf dan moeilijk keuzes maken.

Slide 10 - Quizvraag

8) Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
1. Een consument is iemand die goederen en
diensten verkoopt.
2. Commerciële beïnvloeding gebeurt door
bedrijven.
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
alleen bewering 1 is juist
D
alleen bewering 2 is juist

Slide 11 - Quizvraag

9) De reclame hiernaast is een....reclame
A
commerciële
B
ideële
C
informatieve
D
merk

Slide 12 - Quizvraag

10) Wat voor soort reclame is dit?
A
Commerciële reclame
B
Informatieve reclame
C
Ideële reclame
D
Merkreclame

Slide 13 - Quizvraag

11) Het assortiment speelt een belangrijke rol in de marketingstrategie van Action.
Tot welk onderdeel van de marketing behoort het assortiment?
A
plaatsbeleid
B
prijsbeleid
C
productbeleid
D
promotiebeleid

Slide 14 - Quizvraag

12) Om welke P van marketing gaat het? Er zijn veel concurrenten in een stadswinkelcentrum.
A
Promotie
B
Product
C
Prijs
D
Plaats

Slide 15 - Quizvraag

Economie H1
24 VRAGEN

Vul je antwoorden in op het scoreformulier

Slide 16 - Tekstslide

Par 1.1
Vraag 1 t/m 6

Slide 17 - Tekstslide

1) Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?
A
Goederen die noodzakelijk zijn
B
Diensten die primair zijn
C
Geld om in je behoeften te voorzien
D
Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Slide 18 - Quizvraag

2) Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Overige behoeften

Slide 19 - Quizvraag

3) Secundaire behoeften zijn
(meerdere antwoorden zijn goed):
A
Playstation 5
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 20 - Quizvraag

4) Wat is NIET schaars?
A
Elektriciteit
B
Gas uit je gaspit in de keuken
C
Zonlicht
D
Brood

Slide 21 - Quizvraag

5) Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door iemand anders

Slide 22 - Quizvraag

6) Waarvoor geen middelen ingezet hoeven te worden om ze te verkrijgen.
A
Schaars
B
Vrij goederen
C
Welvaart
D
Zelfvoorziening

Slide 23 - Quizvraag

Par. 1.2
Vraag 7 t/m 12

Slide 24 - Tekstslide

7) Wat is sociale beïnvloeding?
A
Je wordt beïnvloed door de vrienden en familie
B
Reclame via een poster is commerciële beïnvloeding.
C
Je wordt beïnvloed door docenten
D
Je kunt zelf dan moeilijk keuzes maken.

Slide 25 - Quizvraag

8) Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
1. Een consument is iemand die goederen en
diensten verkoopt.
2. Commerciële beïnvloeding gebeurt door
bedrijven.
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
alleen bewering 1 is juist
D
alleen bewering 2 is juist

Slide 26 - Quizvraag

9) De reclame hiernaast is een....reclame
A
commerciële
B
ideële
C
informatieve
D
merk

Slide 27 - Quizvraag

10) Wat voor soort reclame is dit?
A
Commerciële reclame
B
Informatieve reclame
C
Ideële reclame
D
Merkreclame

Slide 28 - Quizvraag

11) Het assortiment speelt een belangrijke rol in de marketingstrategie van Action.
Tot welk onderdeel van de marketing behoort het assortiment?
A
plaatsbeleid
B
prijsbeleid
C
productbeleid
D
promotiebeleid

Slide 29 - Quizvraag

12) Om welke P van marketing gaat het? Er zijn veel concurrenten in een stadswinkelcentrum.
A
Promotie
B
Product
C
Prijs
D
Plaats

Slide 30 - Quizvraag