H2 Lezen (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H2 Lezen (2)

Vaste tekststructuren (2)

- Nakijken opdr 1 

- Maken opdr 3 & 4

Startopdracht

Opdracht 1

1. Wat s het onderwerp van deze tekst?

2. Uit welke alinea;s bestaan de inl, kern en slot?

1. inl 1 & 2 slot 8
2. inl 1 slot 8
3. inl 1,2 en 3 slot 8
4. inl 1 slot 7 en 8

3. Welke structuur heeft deze tekst?

1. vraag-antwoord
2. verleden-heden(-toekomst)
3. probleem-oplossing

4. Boven welke alinea past het tussenkopje 'De mens als veroorzaker'?

5. Boven welke alinea past het tussenkopje ' Gevolgen van natuurverlies'?

6. Boven welke alinea past het tussenkopje 'Oplossingen voor dierbehoud'?

7.

8. Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 2?

9. Aan welke signaalwoord herken je dat verband?

10. 'Volgens het WNF is de mens de grootste boosdoener.' (al 5). Hoe komt dat?

11. Leg uit hoe de mens ook het probleem kan oplossen. Gebruik al 6 en 7

12. Wat is de beste oplossing?

Aan de slag

H2 lezen: maken opdr 3 en 4

Wat is het verschil tussen redengevend en oorzakelijk verband?