Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2km oefentoets lezen H1 en H2
Oefentoets H1 en H2
Maak de volgende vragen zo nauwkeurig mogelijk. De eerste twee vragen gaan over de theorie.
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefentoets H1 en H2
Maak de volgende vragen zo nauwkeurig mogelijk. De eerste twee vragen gaan over de theorie.
Slide 1 - Tekstslide
1. In welk deel van een tekst lees je over verschillende deelonderwerpen?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 2 - Quizvraag
2. De hoofdzaken van een tekst lees je in de […], in het slot en in de belangrijkste zin van elke alinea.
A
bijzaken
B
inleiding
C
tussenkopjes
D
vetgedrukte woorden
Slide 3 - Quizvraag
Lees tekst 1.
Slide 4 - Tekstslide
3. Wat is het onderwerp in tekst 1?
A
chocoladeletter met kaassmaak
B
kaasboerderij Schellach
C
kaasletter
D
mosterdkaasletter
Slide 5 - Quizvraag
4. Uit welke alinea’s bestaat het middenstuk? alinea […] tot en met alinea […]
Slide 6 - Open vraag
5 Wat is de belangrijkste zin van alinea 4? Schrijf de eerste drie en de laatste drie woorden van de zin op.
Slide 7 - Open vraag
6 Ondanks dat er maar twee verschillende kaasletters te koop zijn, is er veel variatie. Leg dit uit.
Slide 8 - Open vraag
7 Boven welke alinea past het tussenkopje Een nieuwe mode het best?
7 Boven welke alinea past het tussenkopje Een nieuwe mode het best?
Slide 9 - Open vraag
8 Alinea 6 begint met de belangrijkste informatie. Waaruit bestaat de rest van de alinea?
A
uitleg
B
voorbeelden
C
uitleg en voorbeelden
Slide 10 - Quizvraag
Is e volgende uitspraak een hoofdzaak of een bijzaak?
9 Een kaasletter is een groot stuk kaas in de vorm van een letter.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 11 - Quizvraag
Is de volgende zin een hoofdzaak of een bijzaak? 10 De kaasletter kost 8,95 euro.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 12 - Quizvraag
11 Noem een voordeel en een nadeel van vroeg bestellen.
Slide 13 - Open vraag
12 Hoe komt het dat de kaasletter nu zo populair is?
A
De kaasletter werd eerst alleen in Zeeland verkocht en nu in heel Nederland.
B
Dit jaar kun je de kaasletter online bestellen.
C
Een bericht op internet zorgde voor gratis reclame.
D
Mensen zijn de chocoladeletters zat.
Slide 14 - Quizvraag
13 Wat is het doel van deze tekst?
A
De schrijver wil dat je een kaasletter koopt.
B
De schrijver wil je leren hoe een kaasletter wordt gemaakt.
C
De schrijver wil je informeren over de populariteit van kaasletters.
D
De schrijver wil zijn mening geven over de lekkerste kaasletter.
Slide 15 - Quizvraag
Lees tekst 2.
Slide 16 - Tekstslide
Lees tekst 2.
14 Wat is het onderwerp van tekst 2?
A
adrenaline, spanning en avontuur
B
de AFF-opleiding
C
de sprong wagen
D
parachutespringen
Slide 17 - Quizvraag
15 Wat voor soort tekst is dit?
A
artikel
B
instructie
C
nieuwsbericht
D
uitnodiging voor een feest
Slide 18 - Quizvraag
16 Uit welke alinea(’s) bestaat de inleiding?
Slide 19 - Open vraag
17 Welk ander woord voor instructeur staat in alinea 2?
Slide 20 - Open vraag
18 Bij welke alinea past het tussenkopje Zelfstandige sprong het best?
alinea […]
Slide 21 - Open vraag
19 Wat is volgens tekst 2 het verschil tussen een sprong met het static line-principe en een zelfstandige sprong?
A
Bij een static line gaat je parachute direct open, bij een zelfstandige sprong heb je eerst een vrije val.
B
Bij een static line spring je alleen, bij een zelfstandige sprong zit je aan iemand vast.
C
Bij een static line spring je vanaf 1 kilometer hoogte, bij een zelfstandige sprong spring je van een minder grote hoogte.
D
Er is geen verschil tussen beide sprongen.
Slide 22 - Quizvraag
20 Wat is waar over het slot van de tekst?
A
De schrijver doet een voorspelling.
B
De schrijver herhaalt het belangrijkste uit de tekst.
C
De schrijver voegt nieuwe informatie aan de tekst toe.
Slide 23 - Quizvraag
Welke zin geeft het belangrijkste van tekst 2 weer?
A
In Nederland kun je op drie verschillende locaties een parachutesprong maken.
B
Je kunt drie verschillende soorten parachutesprongen maken.
C
Op de site www.berelactiveevents.nl vind je informatie over parachutespringen
D
Parachutespringen is het uitvoeren van een sprong uit een vliegtuig of ballon.
Slide 24 - Quizvraag
22 Welke doelen heeft de schrijver met deze tekst?
A
amuseren en zijn mening geven
B
amuseren en informatie geven
C
informatie geven en je iets laten doen
D
je iets uitleggen en zijn mening geven
Slide 25 - Quizvraag
Super! Je bent klaar
met de toets.
Lees je boek of maak een samenvatting of mindmap over H1 en H2 lezen + blz. 212.
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nederlands oefentoets Hoofdstuk 2
September 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhalen
Januari 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Leesvaardigheid H1 en H2 herhaling
Oktober 2022
- Les met
20 slides
Ned
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
T3 Week 34
Augustus 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Nederlands H1 en H2 Lezen maatwerk
Oktober 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
NN2 Blok 1 H2 Lezen: Hoofdzaken en bijzaken
Maart 2021
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Lezen H1H2
September 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Leesvaardigheid Les 2
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2