6.1 draadweerstand

Draadweerstanden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Draadweerstanden

Slide 1 - Tekstslide

Kennen en kunnen, wat ga je leren.
  • Draadweerstand
  • oppervlakte van de draad (doorsnede)
  • soortelijke weerstand
  • gebruiken van de formule 
R=Alρ

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De weerstand

Iedere stroomdraad heeft een weerstand (hinderen van de elektrische stroom).

De weerstand is afhankelijk van drie dingen:

  1. De lengte van de draad
  2. De soortelijke weerstand
  3. De doorsnede van de draad

Slide 4 - Tekstslide

De lengte van de draad

Hoe langer de draad is des te langer doen de elektronen er over om door de draad te gaan. Hierdoor wordt de weerstand groter.


De lengte van de draad geven we aan met de letter l, en wordt in meter uitgedrukt.

Slide 5 - Tekstslide

De soortelijke weerstand

De soortelijke weerstand hangt af van de stof waar de draad van gemaakt is. Bij een opdracht krijg je de soortelijke weerstand als een gegeven. Hoe groter de soortelijke weerstand des te groter is de weerstand.


De soortelijke weerstand wordt aangegeven met het symbool


ρ

Slide 6 - Tekstslide

Het oppervlakte van de draad

De oppervlakte bepaalt hoe makkelijk een elektron door de draad gaat. Als het oppervlakte groter wordt, wordt het juist makkelijker voor een elektron om door de draad te gaan. De weerstand wordt dus kleiner.


Het oppervlakte geven we aan met de letter A, en wordt gegeven in vierkante millimeter (mm2)

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de weerstand als een draad 3 x zo lang wordt
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 3 x zo groot

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de weerstand als de doorsnede van een draad 5 x zo groot wordt?
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 5 x zo groot
D
De weerstand wordt 5 x zo klein

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het symbool voor weerstand
A
R
B
V
C
I
D
A

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de eenheid voor weerstand
A
volt
B
ohm
C
rho
D
ampère

Slide 11 - Quizvraag

Kennen en kunnen, wat ga je leren.
  • Draadweerstand
  • oppervlakte van de draad (doorsnede)
  • soortelijke weerstand
  • gebruiken van de formule 
R=Alρ

Slide 12 - Tekstslide