Periode 2 grammatica spelling H1

WELKOM TH2A!
Wat is de bedoeling 
Grammatica
1. Je kan de zinsdelen: pv,o,wg en lv vinden in een zin. 
2. Je kent de vaste volgorde van ontleden.
3. Je kan het werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord benoemen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM TH2A!
Wat is de bedoeling 
Grammatica
1. Je kan de zinsdelen: pv,o,wg en lv vinden in een zin. 
2. Je kent de vaste volgorde van ontleden.
3. Je kan het werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf de pv op.
a. Waarom ben jij niet naar school gegaan?

Slide 2 - Open vraag

Schrijf de pv op.
b. Olivier heeft zijn eigen app gebouwd.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf de pv op.
c. Is de hele wereld te bereiken via internet?

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de pv op.
d. Ik doe nooit iets zonder mijn smartphone.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf de pv op.
e. De meningen over het gamen van jongeren verschillen nogal.

Slide 6 - Open vraag

Zet zinsdeelstrepen.

1. Morgen geef ik Alicia een heel mooi cadeautje.
A
/Morgen/geef/ik/Alicia/een heel mooi cadeautje./
B
/Morgen geef ik/Alicia/een/ heel/ mooi /cadeautje./
C
Morgen/geef/ik Alicia een heel mooi cadeautje.
D
Morgen geef /ik/Alicia een heel /mooi cadeautje./

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het wg?

Morgen geef ik Alicia een heel mooi cadeautje.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het o?

Morgen geef ik Alicia een heel mooi cadeautje.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het lv?

Morgen geef ik Alicia een heel mooi cadeautje.

Slide 10 - Open vraag

ontleden: pv,wg,o,lv
De gemeente plaatst zonnepanelen op het dak van dit gebouw.

Slide 11 - Woordweb

Ontleden: pv, wg, o en lv
Veel scholieren hadden enthousiast met de actie meegedaan.

Slide 12 - Woordweb

werkwoordelijk gezegde

In mijn vrije tijd ben ik vaak aan het internetten.
A
internetten
B
ben internetten
C
aan het internetten
D
ben aan het internetten

Slide 13 - Quizvraag

werkwoordelijk gezegde

Tijdens de les zit ik vaak stiekem te kijken op mijn telefoon.
A
zit te kijken
B
Tijdens
C
zit
D
zit kijken

Slide 14 - Quizvraag

werkwoordelijk gezegde

Ondertussen ben ik dan wel naar de leraar aan het luisteren.
A
ben
B
aan het luisteren
C
ben aan het luisteren
D
luisteren

Slide 15 - Quizvraag

werkwoordelijk gezegde

Soms vergeet ik het geluid van mijn telefoon te dempen.
A
dempen
B
te dempen
C
vergeet
D
vergeet te dempen

Slide 16 - Quizvraag

werkwoordelijk gezegde

Tijdens dit proefwerk ben jij hopelijk niet met je telefoon aan het spelen!
A
ben
B
ben aan het spelen
C
ben aan het
D
spelen

Slide 17 - Quizvraag

werkwoordelijk gezegde

Bij een update start mijn computer vaak opnieuw op.
A
start vaak opnieuw op
B
op
C
start op
D
opstarten

Slide 18 - Quizvraag

Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord. Voorbeelden van wederkerende werkwoorden: zich schamen, zich ergeren, zich vergissen. 

Het zijn dus werkwoorden in combinatie met het woordje zich. Sommige werkwoorden zijn altijd wederkerend en sommige werkwoorden zijn soms wederkerend zoals het werkwoord: wassen.
• Ik was me. (wederkerend)
• Ik was. (niet wederkerend)

Slide 19 - Tekstslide

WELKOM TH2A!
Wat is de bedoeling 

Spelling
1.Je weet hoe je de pv in de tegenwoordige tijd goed spelt;
2. Je kan leestekens goed in een zin plaatsen;
3. Je kan de 20 dicteewoorden juist schrijven en kent de betekenis. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wanneer zet je aanhalingstekens?

Slide 22 - Open vraag

Zet 'm op!

Slide 23 - Tekstslide